20 MAART 1997
173
Dat kan, mevrouw Van Weezei, maar het college hecht aan kwaliteit tegen een aanvaardbare prijs.
Wij zijn van mening dat dit hier aan de orde is. Maar over mooi en lelijk kan ik met u niet
discussiëren.
De heer BOER
Bij interruptie. U heeft herhaaldelijk over planning gesproken. Wat bedoelt u daarmee precies?
Probeert u de reconstructie van de Ginnekenweg te plannen nadat de Reepbrug klaar is? Dat zou
een goede oplossing zijn en wij hebben daar ook min of meer om gevraagd. Als u het over planning
heeft dan moet u dat, wil ik daarover een idee hebben, toch wat aanscherpen. Ik denk ook dat
dit voor meerdere raadsleden geldt.
Wethouder OOMEN
Dat weet ik niet, mijnheer Boer. Ik denk dat zij dat zelf naar voren kunnen brengen. Het is sportief
dat u het voor de meerderheid van de raad opneemt, maar dan hoor ik dat wel van hen. Ik wil
uw vraag wel beantwoorden. Het college is van mening dat de reconstructie van de Reepbrug,
de aanleg van het bergbezinkbassin, en de ingreep in de Ginnekenweg gezamenlijk niet mogen
leiden tot een volledige afsluiting of een zeer beperkte bereikbaarheid van ondernemend Ginneken.
Daar zijn wij niet voor. Maar u zult begrijpen dat er verschillende partijen in het geding zijn. Wij
hebben ook met de bewoners te maken. Het zou heel makkelijk zijn om nu hier concrete uitspraken
te doen, maar ik heb u ook gezegd dat ik nog overleg wil voeren en dat wij het zoeken in de
planning. En dat kan ertoe leiden dat, wanneer de Reepbrug is voltooid, we vervolgens een start
maken met de Ginnekenweg. Dat zou een uitkomst kunnen zijn. Temeer ook, omdat er nog een
aantal zaken moet worden ontwikkeld en nog op de tekentafel ligt.
De heer BOER
Voor de duidelijkheid. Er ligt een amendement, dat een oplossing zou kunnen bieden. Daarvan
zegt u: dat nemen we niet over. Als u nu hard zegt: de reconstructie van de Ginnekenweg schuiven
we op tot na de gereedkoming van de Reepbrug, dan hoeven wij dit amendement niet te steunen,
maar anders zullen wij dat zeker wel steunen.
Wethouder OOMEN
Hoe u daarmee omgaat, dat is uw zaak. Maar er bestaat ook nog altijd zoiets als: vertrouwen hebben
in een bestuurder. Als er vanachter deze tafel wordt gezegd dat er naar de planning wordt gekeken,
maar dat er verschillende partijen zijn waarmee ik ook nog overleg moet hebben, dan kunt u van
mij toch niet verlangen dat ik hier op dit moment absolute uitspraken doe? Laat ik het anders
formuleren. Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zoekt het college het in de
planning. Dan mag het u toch duidelijk zijn?
De VOORZITTER
Ik denk dat dit een redelijk valide toezegging is. Wie wenst gebruik te maken van de tweede
termijn?
TWEEDE TERMIJN
Mevrouw HOELEN-LAMERS
Zowel in de commissie als hier heb ik onze bezorgdheid uitgesproken over de belangen van de
ondernemers en de bereikbaarheid. Aan de andere kant, en wethouder Oomen heeft dat ook
verwoord, worden er ook nog andere partijen bij het overleg betrokken. Van de bewoners heb
ik reeds aangegeven dat die toch wat tegengestelde belangen hebben. De belangen van beide partijen
wegen voor ons even zwaar. Wij hebben voldoende vertrouwen in het college en in de wethouder
om ervan overtuigd te zijn dat hij in goed overleg met alle betrokkenen tot een voor alle betrokkenen
acceptabele oplossing zal komen.