20 MAART 1997 176 Wethouder OOMEN In een gesprek datje als wethouder met mensen voert, gaat het erom datje de zaken probeert af te tasten, maar je weet ook dat er collegiaal overleg is. Het is een probleem waarbij meerdere portefeuillehouders betrokken zijn. Het is economische zaken, het is verkeersafwikkeling, het is parkeren, het is aanleggen van de brug et cetera. Er zijn verschillende belangen. En die belangen bespreken wij in collegiaal verband. Zo werkt dat. En dan kom je tot een standpunt. Het standpunt dat het college inneemt heb ik u in de eerste termijn uitvoerig verteld, en ik kan daaraan niets meer toevoegen. Al datgene wat ik eraan zou toevoegen, zou mijn eerste termijn afzwakken, en daarin heb ik geen trek. Dus datgene wat ik in de eerste termijn heb gemeld, doe ik nu wederom gestand onder de voorwaarde dat we de oplossing van het probleem zoeken in de planning. En daar ging het ook over. De delegatie heeft mij verteld, nadat ik heb gevraagd waarom zij nu pas reageerde, dat het nu voornamelijk ging om de Reepbrug die er, naar het gevoelen van de delegatie, plomp tussendoor kwam. Zij heeft met name aandacht gevraagd voor de planning. Er is ook over het V.C.P. gesproken. Ik heb begrepen dat dit jarenlang een onderwerp van discussie is geweest. Ik voel mij, als individueel portefeuillehouder en er bovendien rekening mee houdend dat dit niet eens binnen mijn portefeuille behoort, er niet toe geroepen om daarover uitspraken te doen. De heer BAIJINGS Wij zien het ook niet als een correctie van het V.C.P.maar slechts als een tijdelijke omleiding. De heer AD ANK Bij interruptie. Dan neemt de VVD, en ik verwijt dat ook Breda '97, de deelname van de dorpsraad, die in dezen model staat, niet serieus. Er is twee tot drie jaar aan gewerkt om tot een consensus te komen en daar zijn uiterst gevoelige perioden bij geweest. Wij hebben tijdens de onderhandelin gen over ons programma afgesproken dat wij de dorpsraden serieus nemen. Die willen we als gesprekspartners van deze stad serieus nemen. Deze dorpsraad zou een voorbeeld moeten zijn voor het stichten van andere dorpsraden. En dan vind ik dat de VVD en ook Breda '97 die positie ondergraven. Zij zagen de poten onder de stoel uit van de andere dorpsraden in oprichting. De heer BOER De dorpsraad is niet een alleen-vertegenwoordiger van heel het Ginneken. Dat is duidelijk. Ik lees in de brief die de winkeliers hebben gestuurd, dat zij hun zaken constant naar voren hebben gebracht en nul op het rekest hebben gekregen. Dat houdt in dat er onvoldoende naar hen is geluisterd. De heer ADANK Dat zal waarschijnlijk liggen aan het feit dat de Parel van het Zuiden niet meer in het Ginneken mag komen. De heer BOER Neen. Bruisend Ginneken is natuurlijk toch ontstaan door de ondernemers. Het valt me buitenge woon tegen dat het CDA in dezen geen enkel begrip heeft voor de ondernemers. Wethouder OOMEN Aan mijn betoog heb ik weinig meer toe te voegen. Ik heb uitdrukkelijk aangegeven waar het college een oplossing zoekt voor het probleem. Ik heb ook aangegeven dat, wanneer het gaat om de communicatie met de groeperingen, ik te allen tijde daartoe bereid ben, tot twaalf uur 's nachts, geen enkel probleem. Ik heb ook gezegd dat de terugkoppeling naar de commissie altijd mogelijk is, mits we natuurlijk iets te melden hebben. Daarover is geen verschil van mening. En ik wil het houden bij datgene wat ik in de eerste termijn namens het college heb gezegd. Mevrouw HEERKENS Twaalf uur, geldt dat voor alle wethouders?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 176