20 MAART 1997 De heer VAN DER WESTERLAKEN Ik wil nog kort reageren. Ik begrijp best, wethouder, dat het geen eenvoudige problematiek is. Dat heeft u mij ook niet horen zeggen. Maar ik denk dat het probleem toch zal moeten worden aangepakt, en ik heb gevraagd om een gecombineerde aanpak, een integrale aanpak. Milieu heeft altijd te maken met een aantal beleidsterreinen. Ik heb proberen te schetsen dat hetzelfde zowel in de ene als ook in de andere commissie aan de orde komt. Om het totaal in de vingers te krijgen lijkt het mij beter om zo nu en dan over een bepaald onderwerp een gecombineerde commissieverga dering te houden. Ik denk dat we dan het probleem beter in de vingers krijgen. Dat was de opzet van mijn korte betoog. De heer SCHELTENS Ik wil nog even terugkomen op het waterspoor. Ik weet dat het moeilijk voor u is om iets van uw voorganger over te nemen, maar misschien kunt u na deze vergadering in De Klok samen met ex-wethouder Van Dongen onder het genot van een glaasje water over het waterspoor praten. U kunt dan van hem horen dat er anderhalfjaar geleden ook al werd gepraat over de bezwaren met het oog op de bemetering. Dat is geen nieuws. Wij zijn er bang voor dat u dat aldoor maar blijft zeggen, want dan komt het er dus nooit. In onze visie zou met de invoering gewoon kunnen worden begonnen. Wantje kunt ernaar streven om bij nieuwbouwprogramma's onder andere met dit soort zaken rekening te houden. Verder is het een kwestie van het invoeren van verdeelsleutels in bestaande situaties. Kunt u ons, ondanks de vrij sombere prognoses die u ons doet, toezeggen dat er in ieder geval een verdere studie wordt gedaan, en dat er op basis van die studie een standpunt van het college komt, die wij nog dit jaar onder ogen krijgen? Overigens, en dit even terzijde, zijn wij het volkomen eens met de geluiden van D66 over de autoproblematiek, en wij denken dat in dezen de basishouding van het college best wel wat zal kunnen veranderen. Wethouder OOMEN Het probleem van de milieuproblematiek is dat het eigenlijk alle disciplines en alle portefeuillehou ders raakt. Ik wil de heer Van der Westerlaken in die zin tegemoetkomen dat ik hem gelijk geef daar waar hij zegt dat je milieu integraal moet bespreken. Maar dat betekent dat je dan met de hele raad bij elkaar moet komen. Want iedere portefeuillehouder heeft, als je het op zijn merites bekijkt, daarmee te maken. Dat zou dan een complete raadsvergadering betekenen. Ik weet niet of de meerderheid van het college daarmee instemt. Maar als het om de problematiek op zich gaat, dan heb je op dat moment tenminste integraliteit met betrekking tot je doelstelling. Ik zal daarover dinsdag aanstaande in het college praten, en ik zal kijken hoe de dames en heren daarover denken. In de richting van GroenLinks het volgende. U sprak de naam van wethouder Van Dongen uit. U zult begrijpen dat ik zelf mijn gesprekspartners bepaal. De VOORZITTER Het was een advies, mijnheer Oomen. Wethouder OOMEN Gisteren is de Milieuprijs uitgereikt en u heeft toen ook kunnen horen hoe op dit moment de gemeente bezig is om het milieu in de nieuwbouwwijken een goede dienst te bewijzen. Het is natuurlijk wel zo, en daarin heeft u gelijk, datje bij nieuwbouw het kwaad bij de wortel kunt aanpakken. Dan kun je, gelet op de milieudoelstelling, zeggen: hier gaan wij, vanuit technische zin, meteen op inspelen. Ik doe u geen toezeggingen. Want doe ik een toezegging, dan hang ik eraan vast, en dat is te gevaarlijk in de politiek. Maar ik kan wel in die richting een intentiever klaring uitspreken, en dat wil ik wel doen. Akkoord. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Voorzitter, ik wil een ordevoorstel indienen. Het is nu kwart over elf. Rekening houdend met het aantal nog te behandelen agendapunten en het aantal sprekers, denk ik dat het wel twaalf uur 180

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 180