25 en 26 MAART 1997 191 M.L. GEUZE, J.C. A.M. GIELEN, WETHOUDER; H.J.M. HAARHUIS, DE DAMES E.P.M.M. VAN H ASSELT-BLANKERS,M.P. HEERKENSA. JHWHOELEN-LAMERSDE HEREN C.H. KRUITHOF, J.H.P. KWISTHOUT, A.J.J.M. LIPS, A.J.G. OOMEN, WETHOUDER; N.G.M. VAN OS, WETHOUDER; H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; MEVROUW T.P. REIJNEN-KREMERSDE HEREN J. A. ROPS, P.H. SCHELTENS, C.G.M.F. SCHOENMA KERS, B.G.C. SCHREINER, W.J.G. SCHRODER, H. SNIER, J.P.W.A.A.M. TAKS, E. ÜCERLER, C.J. VERPAALEN, DE DAMES W.J.M. VOSSENAAR-BLOKDIJK, WETHOU DER; C.C.M. VAN WEEZEL, DE HEREN J. DE WERD, J.C. VAN DER WESTERLAKEN, D.J. WILDEMAN, P. VAN YPEREN, B. OUDERWERK, SECRETARIS. AFWEZIG: MEVROUW M.J. BOIDIN-VAN HOEVE. De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur. De VOORZITTER Ik heet u van harte welkom bij deze vergadering over de begroting en de kadernota. Voor de goede orde meld ik even dat de heer Van Gurp, fotograaf, vanavond van u allen een foto maakt. Niet omdat dit zo'n historisch moment is, maar vooral omdat het voor het archief van belang is dat er weer wat actuele foto's aanwezig zijn. Af en toe staat hij voor u. Dan is het de bedoeling dat u uw beste gezicht opzet. Ik hoop dat u daartegen geen bezwaar heeft. Ik heb gezegd dat de vergadering wat mij betreft gewoon doorgaat. Dames en heren, de vergadering van vanavond staat in het teken van de begroting enzovoorts. Ik heb u bij brief van 24 maart jongstleden laten weten dat ik voorafgaand daaraan voornemens was om een verklaring af te leggen naar aanleiding van de incidenten, die ons vóór het weekend hebben beziggehouden. Ik wil dat nu doen. Ik heb in mijn brief geschreven dat u daarop wat mij betreft desgewenst kunt reageren. Eerlijk gezegd hoop ik dat dit in zo'n kort mogelijke termijn kan geschieden. Mijn verklaring komt nu. In mijn brief van 24 maart over mijn uitlatingen over uw raad tijdens een lunch na de opening van de Nederlandse Kunst- en Antiekbeurs heb ik geprobeerd de context weer te geven waarbinnen die uitlating is gedaan. De karakteristiek die ik van het functioneren van uw raad heb gegeven, werd gegeven tijdens een gesprek met een informeel karakter. Door mij werd daarin geen weloverwogen oordeel over het functioneren van uw raad geuit, maar werden enkele meer in de sfeer van het gesprek passend als grappig bedoelde, opmerkingen gemaakt. Deze opmerkingen zijn dooreen aantal leden van uw raad als beledigend ervaren, en doen geen recht aan het respect dat ik heb voor het hoogste bestuurscollege van deze gemeente. Voor de gemaakte opmerkingen wil ik dan ook mijn welgemeende excuses aanbieden. Ik hoop, en dat is mijn slotzin, dat ik een goede bestuurlijke bijdrage zal kunnen bl ij ven leveren aan het functioneren van deze stadW ie uwer wenst het woord? De heer AD ANK Graag reageer ik namens de CD A-fractie op uw zojuist afgelegde verklaring, voorzitter. Ik zou het woord "voorzitter" even willen nuanceren, ook wat mij persoonlijk betreft, in de zin van: geachte of beste burgervader, beste burgemeester, en geachte voorzitter van onze gemeenteraad. Dat betekent dat ik eigenlijk in die aanhef, in die drie woorden, namens de hele fractie, maar ook namens mijzelf het volgende tot uitdrukking wil brengen op datgene wat u zojuist heeft gezegd. Wij vertrouwen erop dat onze reactie het onbegrip en de hieraan verbonden emotie, maar ook commotie, in korte tijd zal kunnen wegnemen. Wij zullen daartoe zelfook initiatieven ondernemen, burgemeester. Uw verontschuldigingen voor de berichtgeving die heeft plaatsgevonden over uw uitlatingen worden volledig door onze fractie aanvaard. Bij uw uitgesproken hoop over het uitblijven van schade aan de relatie met de raad sluiten wij ons graag aan. Wij zitten immers gezamenlijk voor een andere klus als gemeenteraad en als college van burgemeester en wethouders in grote samenhang en eenduidigheid met juist die gemeenteraad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 191