25 en 26 MAART 1997
193
Niet, omdat wij geen begrip kunnen opbrengen voor de opmerking, zoals die in een bepaalde
context wordt gemaakt, maar met name om uw verklaring achteraf in een brief, die wat ons betreft
volstrekt beneden de maat isAllereerst begint u in uw brief mede te delen dat u zichzelf het slacht
offer voelt. Vervolgens bagatelliseert u uw uitlatingen en probeert ze te plaatsen in een sfeer van
oude jongens, krentenbrood, die de heer Dubbelman, ook lid van deze raad, zeker niet zou
misstaan. Aan het einde van de brief trekt u opnieuw een pruillip en u vindt zichzelf zielig, omdat
u dit is overkomen. Ik vind dat die brief getuigt van een groot kleutergehalte en uw gevoel om
soms de juf te zijn is onzes inziens volstrekt misplaatst. Waarom tillen wij daar toch aan? Uw
excuses worden overigens aanvaard, laat ik daarover duidelijk zijn. Wij tillen daaraan, omdat de
bedroevend lage opkomst bij de verkiezingen van november vorig jaar vooral aanleiding behoort
de zijn voor de gezamenlijke politiek, en zeker voor u als voorzitter, om samen de schouders
eronder te zetten en ervoor te zorgen dat de kloof tussen de burgerij en de politiek in ieder geval
wordt gedicht en niet verbreed. Het mag ook niet zo zijn, dat u als "Einzelganger", zoals ik dat
deze keer wil noemen, in staat bent om met wat kwinkslagen en met wat ludieke opmerkingen
in sferen, zoals u die hebt geschetst, die kloof zal mogen verbreden. U hoort als voortrekker van
deze raad ervoor te zorgen dat die kloof smal blijft en zo mogelijk wordt gedicht. Daarmee is ook
voor ons het incident gesloten.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Ik wil het kort houden. Wij zijn blij met de verklaring die u hebt afgelegd. Wij hopen te kunnen
functioneren in een constructieve raad onder uw leiding. Daar wil ik het verder bij laten.
Mevrouw CROFT-MITTELMEUER
U noemt de raad een kleuterklas, waarvan u zegt de juf te zijn. Anders dan u was gewend in
Middelburg, heeft Breda gelukkig een stevige oppositie, die zich niet de kaas van het brood laat
eten. Zoals wij al eens eerder hebben betoogd, is dat ook bitter nodig. Vanaf het begin heeft u
de zweep over deze raad gelegd. Wij hebben aardig wat knokpartijtjes met u gehad. Aan de andere
kant hebben wij u daardoor ook leren waarderen. Wij maken ons dan ook niet zo druk over uw
uitspraken. U heeft inmiddels ook begrepen dat wij niet de enigen zijn die schuld hebben aan het
kabaal van deze raad. De hoofdmannen van het CDA, Adank en Dubbelman, kunnen er ook wat
van. Dat zij zich nu juist zo voelen aangesproken en u daarbij beledigen, bewijst dat alleen maar.
Dat onze collega Kruithof ook een duit in het zakje moest doen heeft ons verbaasd. In de raad
speelt zijn inbreng nauwelijks een rol. Dat hij de plaats heeft ingenomen van de zeer welbespraakte
en door ons gewaardeerde heer Taks is voor ons altijd een raadsel geweest. Tot nu toe heeft de
heer Kruithof ons nog niet direct aangepakt, zoals de heer Adank dat vaak doet. Dat zal hij niet
durven. Maar ons via de krant laten weten hoe hij over ons denkt, is wel erg laf. Wij zitten naast
u, mijnheer Kruithof, dus zeg het ons direct in ons gezicht. Dat is pas dapper. Uw door ons geachte
collega Taks durfde dat wel. U moet nog veel leren, maar misschien bent u over een paar jaar
ook wel zo ver. Wij wachten het af, en intussen hebben wij het volledige vertrouwen in de
burgemeester als voorzitter van deze raad.
De heer KWISTHOUT
Ik wil een drietal punten naar voren brengen. Allereerst de uitspraken die u heeft gedaan. Ik vind
die eigenlijk niet zo schokkend als wat sommigen ons willen doen geloven, en daarbij ben ik het
niet oneens met die uitspraken. Ten tweede: u heeft een privéstandpunt ingenomen in een
privégesprek en ik vind dat ook een burgemeester dat gewoon moet kunnen. Ten derde: u heeft
in uw brief en ook vandaag afstand genomen van het artikel en ik vind dat daarmee de kous af
moet zijn.