25 en 26 MAART 1997
202
Sport. Het wegwerken van het achterstallig onderhoud van de amateursportaccommodaties heeft
voor Breda '97 een hoge prioriteit. Hoe lang is hieraan structureel niets gedaan? Is er wel deskundig
omgegaan met het onderhoud van de velden?
De VOORZITTER
Probeert u af te ronden? Uw termijn van 10 minuten is verstreken.
De heer VAN YPEREN
Ik maak het af. Maken we het inderdaad waar? Maken wij de lastenverlichting voor de burger,
vastgelegd in het programakkoord, werkelijk waar? Is het niet zo dat, als wij alle belastingen,
heffingen en leges bij elkaar voegen, wij niet culminerend bezig zijn, en daardoor toch een aanslag
plegen op de portemonnee van de burger? Breda '97 vindt dat de lastenverlichting nu, maar ook
de planning voor de komende jaren, voor iedereen duidelijk moet zijn. Wij zouden het op prijs
stellen als voor de burger in een duidelijke publicatie kan worden aangegeven, in modellen, wat
een gemiddeld gezin en een alleenstaande in Breda aan gemeentelijke kosten kan verwachten. Wij
menen dat het ernst moet zijn met de lastenverlichting, aangekondigd in het programakkoord.
Mevrouw HEERKENS
Het weekblad Elsevier van begin deze maand had een omslagartikel over het einde van de
werkloosheid. Door het massale uittreden van de babyboomers na de eeuwwisseling zal een
schreeuwende behoefte aan arbeidskrachten ontstaan. Dan is het probleem opgelost, zou je kunnen
stellen. Maar in het artikel signaleert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat
zelfs bij optimistische uitgangspunten er niet voor iedere gezonde inwoner met weinig scholing
een baan zal zijn. Dat betekent dat de bestrijding van de langdurige werkloosheid voorlopig hoog
op de politieke agenda van met name de lokale overheid zal moeten blijven staan. De Partij van
de Arbeid is het van harte eens met het bestaande beleid, waarbij zo'n 450 banenpoolers en
J. W.G. 'ers additioneel werk vinden en waarbij, als wordt ingespeeld op alle Melkert-initiatieven,
wij voor 1998 op een aantal van 750 terechtkomen. Maar wij zullen meer moeten doen, meer werk
moeten maken van bijvoorbeeld contractcompliance. In essentie wil dat zeggen dat wij een
koppeling leggen tussen de gemeentelijke investeringen en de bereidheid van opdrachtnemers om
werkzoekenden in dienst te nemen. Uit informatie die wij hebben ingewonnen in Rotterdam, blijkt
dat men daar op dit moment bezig is met het maken van een slag naar de feitelijke uitvoering.
Daar wordt gewerkt met een additionele bestekbepaling, die standaard wordt opgenomen in de
bestekken van alle projecten die te maken hebben met de meerjareninvesteringsprogramma's. Ik
weet niet of wij in Breda al zo ver zijn, maar ik denk wel dat wij in Breda een aantal projecten
hebben, waarmee wij meer werk zouden kunnen maken van contractcompliance. Bijvoorbeeld
bij de inhaalslag die moet worden gepleegd voor het achterstallig onderhoud aan schoolgebouwen.
Iets dergelijks kunnen wij ons ook voorstellen bij de uitvoering van de werkzaamheden die straks
gepaard gaan met de realisering van het HSL-traject langs Breda en, daarbij hebben wij wat langer
stilgestaan in de commissie ECG, de werkzaamheden in het kader van de grote woningbouwlocaties.
Die komen eraan, en als wij daarvan werkelijk werk willen maken, dan zullen we bij de verkoop
van gronden bepalingen moeten opnemen voor de inzet van werklozen. Dat wil wel zeggen dat
wij nu al een plan van aanpak moeten opstellen, waarbij wij ook als overheid in samenwerking
met scholingsinstanties en met het R.B. A. een garantie geven voor de toeleiding van werklozen,
die zich in voldoende mate kwalificeren voor de beschikbare banen. Ik besef best dat daar een
probleem zit, maar we zullen die uitdaging moeten aangaan. Ik dacht dat ook het CDA daar toch
min of meer op doelde. Dan nog beseffen wij dat lang niet iedereen aan werk komt. Dat betekent
dat het structurele armoedebeleid moet worden doorgezet. En dan wijs ik toch op de preprioriteiten
voor de Begroting 1998.