25 en 26 MAART 1997
219
Wij kunnen dan verder kijken of en in hoeverre er aanvullende maatregelen nodig zijn. Als het
college uw motie zó mag interpreteren dat het een aanzet is om ruim voorde Begroting 1998 inzicht
te krijgen in wat eventueel zou moeten worden bijgesteld, dan kunnen we daartoe bij de begroting,
indien nodig, passende maatregelen nemen. Het college is dan bereid om deze motie uit te voeren.
Ook de heer Van Yperen sprak over sport, achterstallig onderhoud en over de W-groepen. Die
vragen heb ik zo-even al beantwoord. De vraag van mevrouw Heerkens over de bestrijding van
de langdurige werkloosheid is in de richting van wethouder Van Os geschoven. Met betrekking
tot het armoedebeleid constateert u terecht dat wij, voor wat betreft de BredaPas, een eenmalig
bedrag van 328.000,— hebben en dat wij voor wat betreft de bibliotheek eenmalig 100.000,—
op jaarbasis hebben, en dat deze zaken, als zij ooit structureel worden, zullen moeten worden afge
dekt. Maar dat is afhankelijk van de evaluatie, en die is u toegezegd in de tweede helft van dit
jaar. Dus ik denk dat wij dan die discussie ten principale met elkaar kunnen voeren.
Mevrouw HEERKENS
Even voor alle duidelijkheid. Voor ons is dat op zich niet afhankelijk van de evaluatie. De evaluatie
dient ervoor om te besluiten of je doorgaat met de BredaPas. Maar over de gelden die zijn
verbonden aan het armoedebeleid hebben wij gezegd dat die bedragen structureel zouden moeten
zijn, gezien het draagvlak in deze raad. Dat is toch iets anders dan wat u nu zegt.
Wethouder VAN RAAK
Ik kom op het koelkastenverhaal. Het koelkastenverhaal is structureel gemaakt. U heeft dat in
de begroting gezien. Er is een bedrag van ruim 300.000,- overgeheveld van eenmalig naar
structureel ten laste van het geld voor nieuw beleid. U vraagt om dat categoriale beleid met
betrekking tot de Sociale Dienst uit te breiden voor eventuele andere groepen. Ik ben bereid om
u in een notitie duidelijk te maken wat eventueel de kosten zijn van de door u voorgestelde
wijziging. Dat wil dus zeggen uitbreiding van de koelkastenregeling voor gezinnen met kinderen.
Ik denk dat dit de eerste stap zal moeten zijn. Dan weet u wat het kost, en dan weet u wat daarvan
de effecten zijn. Voor wat betreft de W-groepen heb ik reeds geantwoord. Voor wat betreft uw
opmerkingen met betrekking tot het jongerenbeleid ben ik het helemaal met u eens dat het na de
inspraak zo snel mogelijk uitvoering moet krijgen wanneer wij met de jongeren zelf en met de
wijkorganisaties actief zijn om te kijken naar zaken die moeten worden georganiseerd. Wij proberen
ook om daarop toe te zien. In de districtsplannen, zoals deze op dit moment zijn opgesteld, zult
u een x-aantal zaken geformaliseerd zien, voorzien van datum en tijd. Uw stelling dat het zo snel
mogelijk moet gebeuren onderschrijf ik helemaal. Uw wens om SET-2, Samen Ertegenaan, een
samenwerkingsverband van een aantal organisaties om overlast door de jeugd te bestrijden, te
verspreiden en uit te breiden over de hele stad, kan ik onderschrijven. Dat is ook de intentie, nadat
het in de wijk Heuvel zo succesvol is gebleken als de meest effectieve aanpak, die wij ons hebben
kunnen voorstellen. Wij willen dat nu uitbreiden naar de wijken Driesprong, Brabantpark en
Heusdenhout. Dat is de volgende fase. Straks komt de uitbreiding aan de orde voor wat betreft
de hele stad. In verband daarmee ga ik nog even in op wat zojuist via een interruptie van de heer
Boer werd gemeld. Er zou niets gebeuren op het gebied van jongerenwerk. Dan heeft hij toch
niet gekeken naar de laatste voorstellen met betrekking tot het grote stedenbeleid, waarin toch
forse bedragen zijn toegevoegd aan het jongerenwerk. Hij heeft zich kennelijk niet op de hoogte
gesteld van het feit dat er in het kader van de Melkertbanen 10 extra jongerenwerkers zijn
toegevoegd voor sport- en spelactiviteiten. Ik denk dat wij in het afgelopen jaar toch een forse
stap voorwaarts hebben gemaakt om juist datgene te bestrijden wat die jongeren in de wijken en
in de districten tekort komen. Want daarover zijn wij het allemaal eens.