25 en 26 MAART 1997 225 In dat kader heb ik al eerder gezegd dat de milieutechnische samenwerking voor de stad Breda en voor de dienst een belangrijk gegeven is. De gemeente Breda haalt een kleine 3 miljoen uit die milieutechnische samenwerking. Dat geld wordt binnengehaald via andere gemeenten. Ongeveer 16 tot 20 mensen verdienen hiermee hun boterham. In het kader van de heroverweging van het Stadsgewesten alles wat daarmee samenhangt is dit een belangrijk onderdeel dat de nodige aandacht verdient. Dit onderwerp staat voortdurend in het brandpunt van onze belangstelling. Door D66 is aandacht gevraagd voor het milieu in relatie tot verkeer en vervoer. Mevrouw Van Beusekom zal hierop nader ingaan. Via haar zult u horen hoe wij proberen om daarin gezamenlijk op te trekken. De vragen die aan mij zijn gesteld hadden eigenlijk maar betrekking op twee zaken, namelijk op het parkeren en op het onderdeel milieu en afvalverwerking. Ik dacht dat ik daarop voldoende heb geantwoord. Daardoor slaag ik erin om ruimschoots binnen de tijd te blijven. Het moet ergens verdiend worden en dat is weer bij de dienst Stadsbeheer. De VOORZITTER Zo is het wel goed. Wethouder OOMEN Neen, absoluut niet, want ik wil toch nog iets opmerken in de richting van de heer Kwisthout. Hij heeft mij wel geen vragen gesteld, maar ik vind het toch al te simpel om in de tekst te suggereren dat de parkeertarieven in Breda met 100% omhooggaan. Ik vind dat suggestief en tendentieus. Als u dat zegt, dan moet u daarbij ook de aantallen betrekken. U weet, mijnheer Kwisthout, dat wij in Breda circa 8.000 parkeerplaatsen hebben. U spreekt over het tarief op de D-terreinen, en dat gaat inderdaad met 100% omhoog. Het zou u sieren als u daarbij de aantallen zou noemen. Het gaat om 1.800 van de 8.000 plaatsen. Als u dat erbij zegt, dan is uw verhaal inderdaad juist. Dat wil ik toch graag vanachter deze tafel hebben uitgesproken. De heer BOER De Parel van het Zuiden had dan wel geen vraag gesteld, maar wel iets gesuggereerd over bomen. De bomen worden massaal gekapt en zij hebben in Breda geen enkele waarde meer. Wij vinden dat daaraan toch een keer een einde moet komen. Wethouder OOMEN U ziet dat toch verkeerd. De bomen hebben, althans voor het college en ook voor de raad, een grote waarde. Het is zelfs zo sterk dat, als er een ongeluk gebeurt, men bijna geneigd is om te vragen hoe het met de boom is, in plaats van te vragen naar de gewonde. Zo sterk is het in deze stad. Met andere woorden, de aandacht die de bomen krijgen is naar mijn overtuiging optimaal. Maar u zult begrijpen dat er keuzes moeten worden gemaakt. Ik heb u al meer gezegd dat daar, waar je een huis bouwt of een brandweerkazerne, je niet tegelijkertijd de bomen kunt handhaven. Zo simpel ligt dat. Het is een kwestie van keuzes maken en nogmaals De heer BOER Dat bedoel ik dus inderdaad. Wethouder OOMEN ...als het gaat om het onderhoud van het groen in het algemeen, dan nemen de bomen daarbij een belangrijke plaats in. De VOORZITTER De beantwoording is omgekeerd evenredig aan de duur van de vraagstelling, want u had hierover helemaal niets gevraagd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 225