25 en 26 MAART 1997 235 De heer ADANK U heeft toch grote oren? Maar natuurlijk ben ik bereid om deze knieval voor u te doen. Wij hebben gesproken over de stadswachten en de inzet van mijn fractie is toch niet zo dat wij op dit moment grote veranderingen in de organisatie willen aanbrengen. Wij hebben afgesproken, en dat was ook een van onze punten bij de inbreng van de stadswachten, dat wij die ambassadeursfunctie zouden koppelen aan de signaleringsfunctie, met name oog en oor in buurten en wijken, in het stadshart en de uitlopers. En dan bij een grotere bezetting wat meer activiteiten, en een evaluatie om te kijken of wij een andere kant op moeten gaan. Voorlopig zouden wij het willen laten bij de uitspraken die de raad toen heeft gedaan. In de tweede plaats: als het zo is, dat er in bepaalde buurten en wijken sneller zou moeten worden gesignaleerd dan moet daar ook sneller op worden ingespeeld. Maar voorlopig willen wij het beleid niet wijzigen. Het antwoord over de ombudsman was wat onduidelijk. Wij hebben eigenlijk niet zo'n grote behoefte om aan te sluiten bij de manier van de nationale ombudsman. Dat was een voorstel van de vorige voorzitter van deze raad. Onze insteek is altijd geweest, onafhankelijk van de gemeente een ombudsman of ombudsvrouw bij wie de burger laagdrempelig kan binnenlopen. Dat is iets anders dan de ombudsfunctie die wij op dit moment binnen onze gemeente kennen. Ten aanzien van de sportvoorzieningen en het achterstallig onderhoud kom ik bij de portefeuille van wethouder Van Raak. Wij willen u over dit onderwerp de hiernavolgende motie aanbieden. Over die motie is gisteren overleg gepleegd met de coalitiepartijen. De motie houdt in dat het college wordt uitgenodigd om de totale achterstallige onderhoudsproblematiek van met name de voetbalcomplexen te inventariseren vóór 1 juli, deze vervolgens te begroten en aan de raad voorstellen te doen om een inhaalmanoeuvre te realiseren. Wij nodigen het college tevens uit, dat is nevenschikkend, om voor de gemeente en de gebruiker te bekijken of privatisering van sportvelden voordelen kan opleveren, ondanks de nadelen die de wethouder ons gisteren heeft geschetst. Daartoe dien ik graag een motie in. De bekabeling van het buitengebied blijft voor ons toch een belangrijk punt. Wij hebben hierop duidelijk ingezet bij de verkiezingen, maar dat niet alleen. Wij vinden het enerzijds belangrijk vanuit communicatief oogpunt, maar ook vanuit het oogpunt van gelijke berechtiging in deze gemeente, en wij denken dan aan het totale areaal, met name ook aan de dorpskernen. In die zin werden wij toch wat teleurgesteld door de opstelling van Breda '97, die daarover toch zeker in de sfeer van gelijkberech tiging uitspraken heeft gedaan. Wij gaan daarmee toch iets anders om, in die zin dat wij dat punt echt serieus boven tafel willen houden. Wij hebben een aantal redenen dat ons aanleiding geeft om het amendement, zoals wij dat gisteren op tafel hebben gelegd, niet in stemming te brengen. Ik zal dat kort toelichten. De reservering ten behoeve van de bekabeling van het buitengebied is onzes inziens pas op een later tijdstip opportuun, als het verloop van de onderhandelingen met Casema daartoe aanleiding geeft. De wethouder heeft hierop gisteren even gezinspeeld. Met betrekking tot de reservering van 1 miljoen ten bate van de reserve volkshuisvesting kunnen wij de argumentatie van het college voorlopig volgen. Wij plaatsen echter twee aantekeningen. Wij blijven bij onze opmerking van zojuist. Voor ons is dit een uitermate belangrijk punt, dus wij zullen hier absoluut op terugkomen. Wij zullen het voorstel van het college hieraan toetsen. In de tweede plaats zal de vraag naar de maximale omvang van de reserve volkshuisvesting door ons op het geëigende moment aan de orde worden gesteld. Wij gaan akkoord met de opmerkingen van wethouder Oomen over het parkeerbeleid. Wij verwachten binnenkort concrete voorstellen. Nogmaals, wij zullen die toetsen op de neerwaartse bijstelling van de tarieven. Wij hebben nu een herinrichting van de binnenstad, er is kwaliteit geleverd, we zijn bezig met de gevels, we hebben een Barones, we hebben een vernieuwde Vroom Dreesmann, we hebben winkeliers die willen, en een bedrijfsleven dat samen met het college partners in de stad wil zijn. Dat betekent dat we nog eens heel goed naar de totale tariefstelling van het parkeren zullen moeten kijken om de stad nóg aantrekkelijker te maken. Tot slot danken wij wethouder Van Os voor zijn toezegging, waar het gaat om de langdurige werkloosheid, en om in relatie met de nota Aanbesteding hier nog eens goed naar te kijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 235