25 en 26 MAART 1997
252
Mevrouw HEERKENS
Terecht dat u dat zegt, maar de VVD heeft daarover toch een iets andere opvatting, of wil dat
niet zozeer koppelen aandieonveiligheidsgebieden. Als je kijkt naar de problematiek in de Heuvel
en in andere wijken, waarover we toch vaak met elkaar spreken, dan kun je die absoluut niet
vergelijken met een aantal andere wijken. Dat geldt zowel voor de dorpen als voor andere wijken
in Breda. Als je dit aan elkaar koppelt, dan kan het niet worden versnipperd in de richting van
de dorpen.
De VOORZITTER
Op dit moment denk ik inderdaad van niet. Maar dat is in ieder geval het uitgangspunt dat het
college, samen met de commissie AZ, tot uitgangspunt heeft verklaard, en dat is hetgeen waar
wij voor gaan. Ik heb mijn bijdrage geleverd. Met uw welnemen geef ik nu het woord aan
De heer BOER
Voorzitter, ik heb nog een vraagje. Hoe heeft u het beschermheerschap van de bomen ervaren?
De VOORZITTER
Ik zal mij daarover beraden en u hierover, zodra die beslissing is gevallen, berichten.
De heer BOER
Maar u vindt het wel een eer?
De VOORZITTER
Ik ben een groot liefhebber van bomen.
Wethouder VAN RAAK
In de tweede termijn is er op mijn terrein een viertal onderwerpen aangesneden, waarop ik even
kort wil reageren. Allereerst het onderwerp sport. De heer Van Yperen vraagt met name hoe de
achterstand kon ontstaan en waarom die zo is opgelopen. Achterstand ontstaat omdat de
investeringsruimte op een gegeven moment niet voldoende is om dat onderhoud te dekken. Dat
ligt vrij voor de hand. Andere prioriteiten op dat moment hadden voorrang. Wij hebben overigens
als college, dacht ik, dit jaar en vorig jaar reeds een aantal maatregelen genomen. Vorig jaar is
er een bedrag van 200.000,-- vastgezet bij de algemene dienst, dat wij hopen te deblokkeren.
Het geeft een investeringsruimte van naar schatting 2 miljoen. En wij hebben dit jaar 1 miljoen
extra toegevoegd aan de normale 1 miljoen, die in het onrendabele investeringsplanzit. Hiervoor
zullen voorstellen komen, waarvan ik u reeds heb toegezegd dat ik ze zal laten zien bij de begroting
die in april aan de orde is. Daarnaast heb ik u toegezegd, en ik denk dat daarover enig misverstand
is ontstaan, dat ik probeer om in april en mei een verdere discussie met de commissie aan te gaan
over dat achterstallig onderhoud. In juni zal dan definitief de systematiek Oranjewoud worden
doorgelicht. Op basis daarvan zal het meerjarenbeleid inzake het achterstallig onderhoud kunnen
beginnen. Maar wij hebben, dacht ik, dit jaar toch een aantal mogelijkheden om datgene wat het
allernoodzakelijkst is in te lopen. En in de loop van dit jaar komen er dus meer. Dan uw tweede
suggestie: laat een onderzoek houden door het N.H.T.V. met betrekking tot de combinatie
wielerbaan, ijsbaan en zwembaden. Als theoretisch verhaal vind ik dat prachtig, maar ik constateer
heel simpel dat het krediet voor de zwembaden reeds door de raad is gevoteerd. Ik heb u gisteren
ook al gezegd dat er met betrekking tot het wielercircuit ook overeenstemming is met drie
groeperingen. Dus in feite zijn wij die stations al gepasseerd. Het laatste station, de raad, zal in
april plaatsvinden. Wat dat betreft zeg ik dat het een theoretisch verhaal is. Op dit moment is dat
pertinent niet aan de orde, dus ik ga niet in op uw verzoek om het N.H.T.V. hiertoe een opdracht
te geven. Met betrekking tot de motie die door de SP is ingediend inzake de ijsbaan