25 en 26 MAART 1997 254 Wethouder VAN RAAK Los daarvan merk ik op dat de gegevens indicatief bij u bekend zijn. Indicatief is duidelijk welke investeringsruimtedaarvoor nodig is. Indicatief isduidelijkwelkeexploitatieruimtedaarvoor nodig is. Ik denk dat dat op dit moment voldoende is om te weten wat dat betekent, en ik constateer heel simpel dat noch in het investeringsplan van dit jaar, noch in het meerjareninvesteringsplan op dit moment enig zicht is op die ruimte. Als u over een ijsbaan wilt discussiëren, doe dat dan aan de hand van de nota Sportbeleid, dan kunt u inzicht krijgen in wat op dat moment de behoeften zijn en hoe breed die behoefte aan een ijsbaan door Breda wordt gedragen. Want dan wordt die behoefte in competitie gebracht met eventuele andere behoeften op sportgebied. Voor wat betreft de motie met betrekking tot het achterstallig onderhoud is het college bereid die motie over te nemen. Het tweede onderwerp betreft de W-groepen. Ik begrijp dat de uitleg, zoals ik die gisteren aan die motie heb gegeven, door uw raad en door de indieners wordt overgenomen. Dat wil zeggen dat ik in ieder geval in een komende raadscommissie een notitie aan de orde stel, waarin de knelpunten met betrekking tot de huidige financieringsmethodiek die wij bij de W-groepen voeren, aan de orde wordt gesteld. De heer Kruithof sprak over april, maar dat zal niet haalbaar zijn, want er zit een Paasweek tussen, dus dat is net iets te kort. Dat wordt dus in mei, laten wij dat afspreken. Dan kunnen wij verder praten over wat er moet worden aangepast, of er wel moet worden aangepast en zo ja, in welke mate. Voor wat betreft de motie inzake de Bredase Werkgroep Sociale Zekerheid vrees ik, en dit in de richting van de heer Schroder, dat dit een herhaling van zetten is. Los van het feit dat ik het niet met u eens ben dat zij in Breda onmisbaar zijn De heer SCHRODER Voorzitter, kunt u de heer Dubbelman alstublieft tot de orde roepen? Hij verstoort de vergadering regelmatig, maar ik vind het heel erg vervelend nu hij ook nog eens de gelederen sluit, en een gordijn voor mij hangt door een onderonsje te starten met de heer Ügerler, zodanig hard dat ik de heer Van Raak niet meer kan verstaan. En dat is hoogst storend. De VOORZITTER Dat is niet de bedoeling. Ik vraag u om u zodanig op te stellen dat het debat in ieder geval kan worden gevolgd door degenen die dat willen. Wethouder VAN RAAK De heer Schroder noemt de activiteiten van de Bredase Werkgroep Sociale Zekerheid onmisbaar voor het beleid. Ik zou zeggen dat ik ze waardevol vind bij de uitvoering. Dat is een nuance. Maar hij zegt ook dat je geen precedent hebt wanneer je deze zaak eenmalig subsidieert en daarna gaat praten over een positionering. Ik vind datje dan wel degelijk een precedent hebt. Ik heb gisteren aangegeven dat er bij het beleid, dat wij uitvoeren met betrekking tot de Bijstandswet en de Bijzondere Bijstandswet een fors aantal intermediairs werkzaam is voor de Sociale Dienst. Dat zijn niet alleen het I.M. W. en de SOB, die u noemt, maar het zijn er veel meer. Dat zijn de kerken, de vakbonden, de ouderenbonden, kortom een groot aantal groeperingen dat bij de Marge in Beeld is aangesloten. Ook de Marge in Beeld zelf behoort totdie intermediairs. Ik denk dat die op dezelfde titel ook recht zouden hebben op een dergelijke subsidie en dan zit die precedentwerking er wel degelijk in. Ik vind die intermediairfunctie uitermate belangrijk, maar het blijft, vinden wij, vrij willigerswerk. Dat gaan wij niet als zodanig subsidiëren. Wij ontraden dus deze motie. Een vierde onderwerp, wat nog aan de orde is gesteld, heeft betrekking op de brief van de vrouwenraden uit de voormalige randgemeenten. Ik heb de brief nog niet binnen, maar ik heb vanochtend wel in de krant gelezen dat er een brief onderweg is en dat er sprake zou zijn van zo'n 20.000,— korting op hun budget. De redenering dat zij drie jaar garantie hebben is compleet terecht. Dat is vrij simpel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 254