25 en 26 MAART 1997 255 Wethouder GIELEN Er zijn voor wat mijn portefeuille betreft niet veel opmerkingen gemaakt. In de richting van de heer Van Yperen kan ik melden dat ik het een bijzonder interessante rekensom vind, die hij op tafel legt. Maar ik denk niet dat ik mijn zoontje van vier werkloos kan noemen. Ik heb gisteravond in de eerste termijn verwezen naar de definitie van de werkloosheidscijfers uit de werkgelenheidsen- quête en gezegd dat de beroepsbevolking daarbij richtinggevend is. Op basis daarvan hanteren wij 9% voor het jaar 1996. Voor wat betreft het bedrag van 150.000,- dat voortvloeit uit de nota Cultuur is Meer moet ik het misverstand wegnemen dat dit uitsluitend voor de amateursector zou zijn bedoeld. Ik heb u gezegd dat u bij de behandeling van de dienstbegroting van de dienst Cultuur kunt zien waarvoor die 150.000,— is bedoeld. Het bedrag is voor een belangrijk deel bedoeld voor de amateursector, want dat was ook vorig jaar de wens van de raad. Naast die 150.000,- maakt de amateurkunst natuurlijk ook een substantieel deel uit van de dienstbegroting, en ik wil daarop graag terugkomen bij de behandeling van die dienstbegroting. U vroeg naar de middelen voor kunsteducatie. Ik verwijs u hiervoor naar de concernbegroting, waarin wordt aangegeven dat alleen al voor kunstzinnige vorming in de begroting een bedrag van ruim 6,5 miljoen is opgenomen. Daaronder valt dus ook het bedrag voor kunstonderwijs. Ook de raad van vorig jaar heeft de wens uitgesproken om via de 150.000,— extra activiteiten op het gebied van kunsteducatie te doen plaatsvinden. Dat zult u ook terugvinden bij de dienstbegroting Cultuur. In de richting van de heer Van der Westerlaken wil ik ook even een misverstand wegnemen. Als ik gisteravond gezegd zou hebben dat de molen van Princenhage in particuliere handen zou zijn en daardoor niet meer in aanmerking zou komen voor de gemeentelijke monumentenlijst, heb ik in ieder geval niet bedoeld om dat op die manier te zeggen. Wat ik gisteravond in de richting van de heer Schroder heb willen zeggen is dat er een aantal subsidiestromenmogelijk is. Voor de molen in Princenhage geldt dus ook dat ik mij daarover moeten laten informeren en dat ik op dit specifieke geval graag terugkom in de commissie ECG om te bezien welke mogelijkheden er nog zijn. Er wordt ook gedacht aan de mogelijkheid van stadsvernieuwing, waar wij ook nog een monumen- tenpot hebben. Wellicht zit daar nog een mogelijkheid om de molen in Princenhage te restaureren. De heer Schroder zegt over PARA dat hetgeen wat er nu gaat worden gebouwd niet de instemming zou kunnen hebben van PARA. Ik weet niet precies waarop hij doelt, maar op dit moment vindt er een discussie plaats tussen de architecten de opdrachtgever, de gemeente, rondom de verschillen die er zijn tussen de plannen, zoals die zijn gepresenteerd in het voorlopig ontwerp in december, en de plannen zoals die door de architect zijn gepresenteerd rond het definitief ontwerp in januari. Het verschil is dusdanig groot, dat wij daarover onze verbazing hebben uitgesproken. Ik ben nog niet op de hoogte van welke nieuwe tekeningen dan ook. Ik deel op zich de zorg van PARA. Mij is er alles aan gelegen om dit project snel in definitieve vorm aan u voor te leggen. Wat ons betreft is het programma van eisen, zoals dat vorig jaar is vastgesteld, richtinggevend. De heer SCHRODER Bij interruptie. Door PARA is mij gezegd dat mogelijk ook oefenruimtes, een essentieel onderdeel van het programma van eisen, weggetekend zouden zijn. Dus wat dat betreft zou ik toch willen aandringen op goed overleg met PARA. Zo er al sprake is van misverstanden, dienen de zaken goed op elkaar te worden afgestemd, zodat u van elkaar heel duidelijk weet waar u aan toe bent, maar ook om de snelheid erin te houden. Wethouder GIELEN Wat mij betreft spreekt dat voor zich, omdat ook mij duidelijk is dat, daar waar PARA gebruik wil maken van oefenruimtes, dat uiteindelijk ook consequenties zal hebben voor de exploitatie. Dit dient nadrukkelijk aan elkaar te worden gekoppeld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 255