25 en 26 MAART 1997 257 Wethouder OOMEN Ik wil toch even mijn verhaal afmaken. De hoogte van het tarief heeft te maken met het aantal beschikbare plaatsen. De heer SCHRODER Ik heb geen behoefte aan dit antwoord. Wethouder OOMEN Maar wij leven in een vrij land, en als ik er behoefte aan heb om u antwoord te geven dan doe ik dat. Ik mag toch aannemen dat u een democraat bent, of wilt u hier aan de meerderheid uw wil opleggen? Dat zal niet meevallen, denk ik. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER De riem ligt klaar, hoor. Wethouder OOMEN Ik moet toch eens een vraag stellen aan de heer Boer, want ik begrijp hem niet. Hij gaf een treffend voorbeeld van een bezoeker van het Stadskantoor die voor een paspoort komt en dan 6,— moet betalen. Dan gaat u er vanuit dat men daar de hele dag over doet. Als iemand die een paspoort nodig heeft, het tarief van 6,— betaalt, dan betekent dit dat hij de hele dag in het Stadskantoor wil blijven. Ik kan u zeggen De heer BOER Maar het kan toch niet anders? Wethouder OOMEN Mag ik even? Ik ga er vanuit dat dit binnen een uur is afgewerkt en u kunt op de D-terreinen ook via het gedifferentieerd tarief betalen. Met andere woorden, het klopt niet wat u zei over die 6,—. Het is onjuist, en dat moet u ook gewoon toegeven. Ik denk niet dat ik moet ingaan op de actie, die De Parel aanstaande vrijdag wil ondernemen. Het is een actie die u zelf initieert. Wie ben ik, om daarop bemerkingen te maken? Ik doe dat ook niet. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER U mag wel meedoen hoor, u mag er gerust bij komen staan. Wethouder OOMEN Ik hoop, althans dat zou mijn advies zijn, dat u zich binnen de wetgeving opstelt. Dan ligt er nog een motie, die is ingediend door de Parel van het Zuiden. U zult begrijpen dat het college u die motie moet ontraden. Ik dacht dat ik hiermee in een nutshell de belangrijkste vragen heb beantwoord. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil beginnen met de heer Van Yperen. Ik moet de heer Van Yperen wel zegen dat ik namens het college spreek. Wij zijn het er allemaal over eens dat er bestemmingsplannen moeten zijn. Echter, wanneer het op de een of andere manier niet mogelijk is om via die plannen te werken, dan mag een artikel 19-procedure ons niet verhinderen ons doel te bereiken, want dat is juist heel goed. Het is de levendigheid van een stad datje zaken laat doorgaan, maar het ontslaat je niet van de plicht om te zorgen voor bestemmingsplannen. En daarover hadden wij afgesproken dat wij bij elkaar komen om exact de stand van zaken te zien, te kijken hoe wij zijn gevorderd, en wat de leemten zijn, zodat die zaken ook duidelijk worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 257