25 en 26 MAART 1997 260 Er zitten haken en ogen aan, maar u kunt ervan overtuigd zijn dat wij elkaar goed in de gaten houden. Het zal u ook niet zijn ontgaan dat, als er een gemeenteavond is, daarbij ook iemand zit van Rijkswaterstaat, maar meestal is dat niet meer dan één persoon, want meer durven zij er niet te sturen. Er is wel enig contact, maar nog niet het meest ideale. Of je nu voor bent of tegen, je zal in ieder geval moeten samenwerken. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik heb maar heel weinig opmerkingen te maken. In eerste instantie wil ik zeggen dat ik bijzonder blij ben dat het CDA zijn amendement heeft ingetrokken, blijkbaar overtuigd door de argumentatie van deze kant van de tafel, die raadsbreed is onderschreven en ondersteund. Daarmee geven wij met z'n allen aan dat het volkshuisvestingsbeleid voor ons een belangrijke prioriteit is. Die conclusie trek ik graag in het openbaar. De andere opmerking die ik nog even wil maken, is in de richting van de heer Kruithof. Er is, dacht ik, een vraag blijven liggen. U heeft het gehad over de verloedering van de panden in de binnenstad. Ik ervaar uw opmerking eigenlijk als een stimulans in de richting van het project kwaliteit gebouwen binnenstad, want ik kan mij nauwelijks voorstellen dat het u is ontgaan dat wij dat vorige maand met elkaar hebben besproken. Heel recent hebben wij dat nog met enige plechtigheid ten doop gehouden. De heer KRUITHOF Het is inderdaad zo, dat al onze opmerkingen een stimulerende werking moeten hebben. Dus ik ben het hiermee volledig eens. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Dan ben ik ook uitgesproken. Ik zal niet langer dan nodig van de tijd gebruik maken. Wethouder VAN OS In mijn richting is een zeer beperkt aantal vragen gesteld. In de richting van de VVD-fractie dacht ik dat ik alle vragen had beantwoord. Als het gaat om uw eerste vraag over wel of niet nog een aparte behandeling, heb ik aangegeven dat het inderdaad een bijzondere omstandigheid is dat wij u nu een begroting voorleggen met een beperkte paragraaf over de kadernota. Ik heb u gezegd dat ik vanaf volgend jaar de normale cyclus wens te vervolgen. Maar dat betekent niet dat er wat mij betreft daarover nog een soort tussenkadernota of iets dergelijks hoeft plaats te vinden. In de richting van Breda '97 dacht ik dat ik bij de behandeling van de O.Z.B. nadrukkelijk de vergelijkbare tarieven van andere Noordbrabantse gemeenten aan de orde had gesteld. Breda doet mee met het overzicht, wat wordt gepubliceerd door de Erasmus Universiteit, als het gaat om een breder woonlastenonderzoek van de grote steden. Wij verwachten het resultaat van dit onderzoek eind april, zodat wij op basis daarvan ook nadere publicaties zullen doen, zoals wij dat elk jaar doen. De heer VAN YPEREN Onze vraag was breder. Het ging niet alleen om de woonlasten, maar om de lasten in Breda duidelijk te maken om inzicht te krijgen in z'n totaliteit dat het niet culminerend is en dat wij in wezen veel duurder zijn dan andere gemeenten. Wethouder VAN OS Dan moet ik u nader informeren over datgene wat de Erasmus Universiteitpubliceert. Zij publ iceert aan de ene kant het woonlastenonderzoek, waaruitje vergelijkingen kunt trekken met andere steden. Daarnaast publiceert zij ook een aantal andere belastingopbrengsten van de grote steden. Die kunnen wij echter niet vergelijkbaar maken, en dat is vaak het probleem in deze situatie. Maar het totaal kan nadrukkelijk worden gepubliceerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 260