25 en 26 MAART 1997 261 In de richting van de Partij van de Arbeid en het CDA heb ik, denk ik, nadrukkelijk aangegeven dat wij het Rotterdamse voorbeeld over het aanbestedingsbeleid zullen bestuderen. Ik hoop dat ik ook duidelijk heb gemaakt dat er in Rotterdam geen sprake is van opmerkingen en instructies aan de dienst, als het gaat om verkoop van gronden. Ik zal wel overleggen waarom dat niet is opgenomen, maar het lijkt mij een zeer moeilijk onderwerpU weet ook hoe lang Rotterdam erover heeft gedaan om dit voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk moet dat uiteraard leiden tot instructies voor het inkoop- en aanbestedingsbeleid die door de diensten dienen te worden gevolgd. In de richting van de fractie van D66 betwijfel ik of het juist is, als u zegt dat de begroting makkelijker zal verlopen als wij ieder jaar op die manier alles tegen het licht zouden houden. Ik maak mij sterk dat dit tot een Babylonische spraakverwarring zou leiden. Maar ik ben het met u eens dat uw conclusie is dat het gaat om wat het meerjarenperspectief aangeeft. U weet dat het college hierover met een nader plan van aanpak komt. De opmerkingen van de heer Verpaalen over de rekenrente en de inhaligheid zal ik maar naast mij neerleggen. Ik heb al vier keer geprobeerd om het uit te leggen. Ik zal geen vijfde poging wagen. Ik ben het wel eens met uw opmerking dat, als wij het over kostprijzen hebben, wij daarnaast kwaliteitseisen en efficiency-eisen dienen te leggen. Naar mijn mening doen wij dat ook. Tot slot de bijdrage van professor Sandel aan de Multatuli-lezing. Deze was van een zeer hoog kwaliteitsniveau, dus het lijkt mij niet dat dit tot een erelidmaatschap van de Parel van het Zuiden zal leiden. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij zullen u op de hoogte houden, mijnheer Van Os. Wethouder VAN OS Graag, mevrouw Croft. B. BEHANDELING MOTIES/AMENDEMENTEN. De VOORZITTER Dan gaan wij nu over tot de behandeling van de moties en de amendementen. Ik probeer even te overzien wat er nog is overgebleven. Het amendement (1) van het CDA met betrekking tot de bekabeling van het buitengebied is ingetrokken. Dat geldt ook voor de motie (3) van de Parel van het Zuiden inzake de gevoelens van onveiligheidDe motie (1), ingediend door GroenLinks namens een aantal fracties, behoeft niet in stemming te worden gebracht. Motie (2) over de Bredase Werkgroep Sociale Zekerheid wordt van deze kant ontraden. Blijft die gehandhaafd? De heer SCHRODER Die blijft inderdaad gehandhaafd. De VOORZITTER Dan gaan wij die dadelijk in stemming brengen. Motie (4) inzake het achterstallig onderhoud aan sportvelden en accommodaties is door het college overgenomen en behoeft dus niet in stemming te worden gebracht. Van motie (5) over de stedenband met Orange wil ik vragen of mijn beantwoording aanleiding geeft om deze motie in te trekken. Niet? Dan gaan wij deze motie ook in stemming brengen. Motie (6) is de motie van de Parel van het Zuiden over het terugbrengen van het dagparkeertarief op het Chasséveld naar 4,~. Die motie wordt ontraden, maar blijft gehandhaafd, mag ik aannemen. Motie (7) tenslotte gaat over het haalbaarheidsonderzoek naar een kunstijsbaan. Deze motie is ingediend door de Socialistische Partij en nog enkele andere fracties. Ik neem aan dat ook deze motie wordt gehandhaafd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 261