24 april 1997 275 denk ik dat ze gelijk heeft. Een kritische grondhouding is voor een oppositie bijna een voorwaarde om oppositie te kunnen voeren. Ik denk ook dat het hier terecht is, want de grootste vraag blijft voor ons de volgende. Stel dat bij de evaluatie blijkt dat de meerderheid tegen is, wat doet u dan? Dat is een heel concrete vraag. U kunt dan niet meer terug, dat is steeds gezegd, maar wat voor nut heeft dan die evaluatie? U heeft vastgelegd dat u naderhand gaat evalueren. Maar nogmaals, mijn vraag is: stel dat men in meerderheid tegen is, nadat men het positief heeft geprobeerd? Wat doet u dan? Wethouder OOMEN Mijnheer Boer, het is zo dat bij een evaluatie de argumenten gewikt en gewogen worden. Ik kom daarmee in de commissie. Dus wat ik doe is in ieder geval de problematiek bij uw commissie neer leggen. Ik stel mij voor dat wij daarover in gezamenlijkheid een discussie voeren en dat wij daarna kijken op welke wijze wij het systeem aanpassen. Maar één ding staat vast: er zal in de binnenstad wel huisvuil moeten worden opgehaald. Ik denk dat u dat wel met mij eens bent. De heer BOER Even ter interruptie. Dat gebeurt nu ook naar volle tevredenheid. Dus daarvoor hoeft u het niet te veranderen. En als u zegt als er een evaluatie komt, dan kom ik naar de commissie, dan is dat weinig zinvol Wethouder OOMEN Stelt u zich voor dat ik tegen u zou zeggen: ik kom niet naar de commissie. De heer BOER U komt altijd naar de commissie. Wethouder OOMEN Nog heel kort. Er zijn twee zaken. De heer Boer zegt dat men tevreden is, maar u weet dat het college ook in de binnenstad gescheiden wil inzamelen. Dat is punt één. Dat vraagt dus ook om een aanpassing. En punt twee: u weet ook dat de hele investering in de binnenstad om een totaal andere benadering van deze problematiek vraagt. Ik denk, mijnheer Boer, dat wij daar samen niet uitko men, in die zin dat wij elkaar nooit zullen treffen op die ene lijn. Maar goed, u heeft het al gezegd, u heeft een andere rol dan ik als lid van het college. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 83. KREDIET IN VERBAND MET HET UITVOEREN VAN BODEMSANERINGEN IN 1997. Akkoord. 84. BESTEMMINGSPLAN BINNENSTAD, PARTIëLE HERZIENING 1996/2, LOCATIE HOTEL KEYSER EN WONINGBOUWLOCATIE KEIZERSTRAAT. De heer SCHOENMAKERS Ik kan er kort over zijn. Wij zullen dit voorstel steunen, al wil mijn fractie de volgende opmerking als kanttekening erbij maken. De woonlocatie heeft niet onze eerste voorkeur en wij brengen begrip op voor de bezwaren die door het museum naar voren zijn gebracht. Maar voor de rest steunen wij van harte dit voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 275