24 april 1997 277 dit er nu ligt in dit bestemmingsplan kan dan ook niet onze instemming krijgen. Het plan dat nu gaat komen is geen goed plan. Ik ben het helemaal eens met de bezwaarmakers, zowel van de Stichting Bewoners Stadshart, als van de Stichting Stedelijk Museum en de Stichting Bisschoppelijk Museum, die daarbij ook een aantal kanttekeningen hebben geplaatst. Ik denk dat we een blunder begaan door het op zo'n manier vast te stellen. Daarom zullen wij dus het bestemmingsplan niet steunen. De heer VERPAALEN In de commissie heb ik mij al verklaard tegen het gegrond verklaren van de zienswijze 1, en tegen het ongegrond verklaren van de zienswijzen 3 en 4. Deswege zal ik tegenstemmen. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Als ik goed heb geluisterd, dan heeft eenieder een stemverklaring afgelegd en daarin niet om commentaar gevraagd. Bij datgene wat zich zo-even voordeed als interrupties na elkaar hoefde ik ook niet in te grijpen. Dat deed u gelukkig, de mensen hebben zelf met elkaar afgebakken wat men daarvan vindt. Dus ik denk niet dat ik verder hierop nog inhoudelijk hoef in te gaan. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van GroenLinks, de fractie van de Parel van het Zuiden en de fractie-Verpaalen, geacht wensen te worden te hebben tegengestemd. 85. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN PERCEEL AAN DE BRIELSEDREEF TE PRINSENBEEK. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ook daarmee zijn wij in de commissie positief-kritisch omgegaan. Wij hebben daarover een aantal vragen gesteld. Hoe kon het nu met een perceel grond, dat zo groot was, waarop drie woningen moesten komen, zo raar lopen? Wij hebben er in de commissie eigenlijk geen deugdelijke antwoor den op gekregen. Het was voor iedereen onduidelijk wat er daar precies zou komen. Ook toen hebben wij samen met de heer Van Yperen, namens de subfractie-Van Yperen/Breda'97, de dis cussie gevoerd over het al dan niet voeren van een artikel 19-procedure. Ook daarover was de heer Van Yperen het roerend eens met de Parel van het Zuiden. Ik denk dat er een afsplitsing op handen is, en dat de heer Van Yperen zich binnenkort misschien in onze rangen zal vervoegen, want we kunnen het zó goed met elkaar vinden. Dat kan nooit goed gaan. Maar ik denk dat we in dit geval wel kunnen zeggen: dit is niet de juiste gang van zaken om ermee om te gaan. Het is puur een stemverklaring. De wethouder hoeft daar geen verzinsels meer bij te maken, want die kon ze ook in de commissie er niet bij krijgen. Nu is het voor ons eigenlijk voorbij. In de commissie bespreek je het voorstel en kun je met elkaar in discussie treden. In de raad is het al zo ver afgebakken dat je alleen nog maar ja of neen kunt zeggen. Wat dat betreft spelen we gewoon Eerste Kamer. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik wil één opmerking maken. De Breda'97-fractie is niet tegen dit voorstel geweest, ook niet in de commissie, en had dus genoeg aan de antwoorden die daar uitgebreid zijn gegeven. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden tegen het voorstel te hebben gestemd. 86. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN GEBIED GELEGEN IN HEILAAR (TEN BE HOEVE VAN DE HOOFDONTSLUITINGSWEG).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 277