24 april 1997 287 Wethouder VAN RAAK Dat heb ik op dit moment niet precies paraat, ik dacht dat wij een goede 20 sollicitanten hadden. Wij hebben daarvan op basis van een aantal criteria een voorselectie gemaakt. Ik noem er enkele: bekendheid met sociale wetgeving en dergelijke, bekendheid met de werkwijze waarop de sociale zekerheid moet gaan werken, het tijdsbestek, de man-vrouw verhouding, de aanwezigheid van men sen uit de verschillende dorpen. U ziet dat er uit de nieuwe gemeente een aantal mensen bij zijn. Wij hebben er een fors aantal criteria tegenaan gezet. Ik wil erop wijzen dat het toch een beetje buitenproportioneel zou zijn geweest om alle 20 kandidaten op te roepen, gegeven het feit dat we nu met 14 kandidaten een gesprek hebbend gevoerd. Met een gespreksduur van maar een half uur, kunt u zien wat dat voor een beslag legt op de tijdsbesteding van De heer BOER Mijnheer de voorzitter, toch nog even Wethouder VAN RAAK Daarnaast heb ik de commissie De VOORZITTER Laat u de wethouder nu even uitspreken De heer BOER Neen, de wethouder zei net: 'alle 20 kandidaten', dus De VOORZITTER U hebt geen interruptie De heer BOER ...ik wil weten of hij nu een slip maakt, of dat hij heel bewust de woorden 'kandidaat' en 'sollici tant' verwisselt. De VOORZITTER Laat u hem nu even uitpraten, dan kunt u luisteren of u gelijk heeft. Wethouder VAN RAAK Daarnaast is er de mogelijkheid geweest om alle sollicitatiebrieven in te zien bij de secretaris van de betrokken commissie. U had zelf kunnen verifiëren of de sollicitatiecommissie een terechte keuze heeft gemaakt. De VOORZITTER Ik denk dat dit voldoende is besproken. Ik had het voorstel om bij acclamatie de eersten te benoe men. Wie is daartegen? U kunt zich daarin vinden? Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Neen. Wij willen gewoon tegen het hele voorstel stemmen. De VOORZITTER Dat kan. Dan neem ik aan dat u akkoord gaat met de eerstgenoemden en dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wordt te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 287