23 JANUARI 1997
Akkoord, met de aantekening dat de SP geacht wenst te worden te hebben tegengestemd.
17. VOORDRACHT FRACTIE VERPAALEN VOOR BENOEMING VAN MEVROUW
G. VAN DEN MAAGDENBERG TOT COMMISSIELID.
De heer VERPAALEN
Het Reglement van Orde heeft een vooruitziende blik gehad, want in het Reglement van Orde staat
onder meer dat wat betreft de visie van het college alle personen, die op één lijst zijn gekozen,
altijd tot die lijst behoren. Interne problemen bij een partij regardeert de gemeente niet. Er is bij
u een voorstel gedaan om mevrouw Van den Maagdenberg te benoemen tot steunfractielid. Ik
meen dat in dat geval de gemeente moet kijken of zij voldoet aan de formele vereisten voor
benoembaarheid, die worden gesteld in het Reglement van Orde voor de vaste adviescommissies.
Bij een zetelaantal van drie leden zullen nummer vier en vijf benoembaar zijn. Nummer vier heeft
u bij raadsvoorstel 15 benoemd en deswege zalomdat er per fractie twee steunfractieleden kunnen
worden benoemd, vervolgens nummer vijf benoembaar kunnen zijn. Gezien de voordracht moet
u, meen ik, alleen maar toetsen aan de formele vereisten die de reglementen stellen. Daar mevrouw
Van den Maagdenberg voldoet aan de formele vereisten, zij is namelijk nummer vijf op de lijst,
had u mijns inziens mevrouw Van den Maagdenberg wel moeten benoemen, c.q. het voorstel
positief moeten redigeren. Ik heb dan ook een amendement opgesteld, waarin wordt voorgesteld
om mevrouw Van den Maagdenberg wèl te benoemen met ingang van heden in alle commissies.
Het door de fractie Verpaalen ingediende amendement luidt als volgt:
AMENDEMENT (2)
met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de voordracht van de fractie
Verpaalen voor benoeming van mevrouw G. van den Maagdenberg tot commissielid.
Ondergetekende, C.J. Verpaalen, lid van de raad van de gemeente Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde;
stelt de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda,
gezien het verzoek van de fractie Verpaalen,
overwegende dat mevrouw G. van den Maagdenberg voldoet aan de vereisten, zoals verwoord
in artikel 3 van het Reglement voor de vaste adviescommissies aan burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 4 van voormeld reglement;
besluit:
Mevrouw G. van den Maagdenberg te benoemen tot commissielid met ingang van heden in de
commissies:
- Algemene Zaken;
- Economische zaken, Cultuur en Grondbedrijf;
- Stadsbeheer en Milieu;
- Ruimtelijke Ordening;
- Onderwijs, Volkshuisvesting en Bouw- en Woningtoezicht;
- Sociale zaken, Arbeidsmarktbeleid en Welzijn;
- Middelen;
28
