24 april 1997 293 Wethouder VAN RAAK Dat betwijfel ik, omdat ik niet precies weet waar de heer Boer naar toe wil. Laat ik beginnen met mijn antwoord. Ik had gehoopt, na het positief advies van de commissie, dat daarmee de discussie rond was. Dit is een nabrand, zullen we maar zeggen, ontstaan uit voortschrijdend inzicht. U weet hoe het is gegaan. De middelen die wij de afgelopen jaren, want de zaak sleept al enige tijd, hadden geraamd in het Meerjareninvesteringsplan, we hebben de afgelopen jaren duidelijk naar buiten toe geventileerd wat de problemen waren, maar dat heeft niet geleid tot een aanpassing van het budget. Dat betekent in feite dat hieraan, naast het miljoen dat in het Meerjareninvesteringsplan stond, vanuit een stelpost achterstallig onderhoud, een bedrag van 30.000,— is toegevoegd. Het betekent in feite dat je inkrimpt op dat bedrag van 200.000,-, dat elders in de begroting stond, waarvan we duidelijk weten dat dit eigenlijk hard nodig is. Dit is een uitbreidingsinvestering. Het geld was primair bedoeld voor instandhoudingsinvesteringen. Dat betekent dus dat de functiewethouder en het college daaropvolgend het niet gewenst achten om uit diezelfde pot nog meer geld beschikbaar te stellen, los van de discussie over de wenselijkheid, de noodzakelijkheid of de absolute noodzake lijkheid van de verlichting. Ik constateer dat zowat alle sprekers in de raad iets over die verlichting hebben gezegd. Dat constateer ik, maar ik kan er eerlijk gezegd nog geen brood van bakken om de volgende redenen. Een gedeelte van u pleit in ieder geval voor de bekabeling. De bekabeling kost, sommigen van u hebben bij mij die cijfers opgevraagd, 37.500,—. Anderen spreken weer over een totale verlichting, en dan praten we over een extra bedrag van 80.000,—. Inclusief BTW komt het dan op 138.000,—. Dat is nogal wat, als je dat weer zou moeten halen uit die stelpost. Wij vinden dat, met het oog op waarvoor die stelpost is bestemd, te veel. Dat betekent dat ik op dit moment, ik probeer even te turven, alleen maar kan constateren dat u akkoord bent met de aanleg van het asfalt van het terrein zelf, de begroeiing, en noem maar op meer. Dat is akkoord, maar over de verlichting wenst u nog een nadere discussie. Dan verzoek ik u toch duidelijk te maken, wat u precies wilt, wat u aanvaardbaar vindt. U kent nu de bedragen. Vindt u dat er voor 37.500,— bijgeschropt moet worden, of vindt u dat die 80.000,- voor die lichtmasten er ook bij moet? Het kan eventueel minder worden, de heer De Werd gaf dat al aan, wanneer we wat tweede- handspalen kunnen charteren, en wanneer de zelfwerkzaamheid van de stichting aan de orde is. Dat had ik graag duidelijk, want sommigen uwer hebben ook nog een middenvariant. Het is erg moei lijk om daarmee te werken. Dus ik had graag meer unanimiteit van de raad. Het collegevoorstel ligt er. Ik wil de zaken helder, scherp en duidelijk houden. Ik wil duidelijkheid van de raad hebben in hoeverre u met betrekking tot die verlichting de zaak wil hebben bijgesteld. De dekking daarvan, dat is ook erg handig, dat doet u wel vaker, blijft eveneens, voor mij althans, erg vaag. Sommigen beginnen weer over de grondkosten te spreken, De Parel stelt voor om het maar helemaal om niet te doen. Ik constateer heel simpel dat het Grondbedrijf dan met een probleem blijft zitten, dat een vervolgoplossing nodig heeft. Dus daarmee schieten we niets op. Een andere mogelijkheid is om het De heer BOER Ter interruptie. Het is echt vervuilde grond, en wilt u daarvoor 10 per vierkante meter gaan vragen? Als er echt iets mee moet gebeuren, dan zou het geld kósten. Dus men is uitermate blij dat men het kwijt is. Wethouder VAN RAAK Ik heb de heer Gielen ook zeer verheugd zien kijken, maar los daarvan, dat lost De heer BOER Dat doet hij niet vaak. Maar ik kan me voorstellen dat hij toch denkt: een tientje, dat heb ik mooi meegenomen. Maar het is eigenlijk niet juist. Je kunt geen vervuilde grond verkopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 293