24 april 1997 300 ring heeft vorig jaar plaatsgevonden met betrekking tot deze nota. Het was een nota die het oude college heeft vastgesteld, welke nota op enkele punten nadien is gewijzigd in verband met de herindeling. Het is normaal zo, dat pas na de vaststelling van een nota door de raad, wordt medege deeld daarvóór wel in het informele circuit, wat de officiële veranderingen zijn, omdat dan pas de nota vastligt, en wat er met de adviezen is gebeurd. Dus dat komt nog aan de orde. Dat komt pas in een fase wanneer de nota eenmaal door de raad is vastgesteld. Daarvoor heeft het een adviesfunctie. Ik kan moeilijk als college, daar waar de raad zich nog niet heeft uitgesproken over de definitieve vaststelling van de nota, nu al zeggen zus en zo hebben we dat behandeld. Dus er komt nog een traject richting Ouderenadviesraad. Dat was het. TWEEDE TERMIJN De heer BOER Ik denk toch dat er voorbeelden zijn dat zoiets vooraf kan, voordat door de raad wordt beslist. Ik ken deze ook uit het verleden. Vroeger had je adviesraden, en voordat de raad een beslissing nam, werden deze weer bij elkaar gezet om met een eensluidend advies te komen. De Ouderenadviesraad heeft inderdaad een behoorlijk reactie gegeven op deze nota, maar heeft nooit gehoord wat daarmee is gebeurd. En als u nu zegt dat er maar enkele punten zijn gewijzigd, alleen in het kader van de herindeling, dan moet ik er vanuit gaan dat hun hele betoog op deze nota niet is gehoord. Men weet het niet en het is inderdaad al een jaar geleden dat ze dat hebben ingestuurd. Dat is toch gewoon belachelijk. Wat ik ook belachelijk vind is dat, terwijl bijna een kwart van de bevolking 55 jaar of ouder is en al behoort tot de ouderen als zodanig, er maar, daar ben ik achtergekomen, precies één ambtenaar van de 1.600 bezig is met het uitwerken van het ouderenbeleid. Geen wonder dat die man, want in dit geval is het dan een man, geen tijd heeft om allerlei zaken terug te melden, maar zo hoort het natuurlijk wel te zijn. Er zou eigenlijk 20% van de ambtenaren met ouderen bezig moeten zijn en we hebben er een stuk of 30. Dan kunt u ook waarmaken, dat ze daar volwaardig kunnen participeren. Ze kunnen nu niet volwaardig participeren, omdat ze maar met een heel dun draadje verbonden zijn aan dat apparaat. De VOORZITTER Heeft de wethouder nog behoefte? Wethouder VAN RAAK Neen. Akkoord. 94. UITVOERING GROOT ONDERHOUD OP DE GRAVELTENNISBANEN GELEGEN OP HET SPORTCOMPLEX JEUGDLAND TE ULVENHOUT. Akkoord. 95. INITIATIEFVOORSTEL VAN DE SOCIALISTISCHE PARTIJ. De heer DE WERD Met enige verbazing hebben wij gelezen dat het initiatiefvoorstel nog steeds overeind staat, omdat het in een eerder stadium al circuleerde. Wij zullen niet voor dit voorstel stemmen en ik zal u ook uitleggen waarom. De wethouder heeft al een aantal malen de toezegging gedaan om het totale sportaccommodatiebeleid duidelijk in beeld te brengen. Daarvan is de kunstijsbaan een onderdeel. Ik denk dat die toezegging voor ons in ieder geval voldoende is om te kijken hoe het straks verder zou kunnen gaan met de eventuele kunstijsbaan. Op de tweede plaats zijn wij van mening dat die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 300