24 april 1997 301 kunstijsbaan gezien moet worden in het totale sportaccommodatiebeleid. En dat is de tweede reden waarom wij niet voor het voorstel zullen stemmen. De heer SCHOENMAKERS Mijn fractie staat sympathiek tegenover het voorstel van de Socialistische Partij om een haalbaar heidsonderzoek te laten verrichten ten behoeve van een kunstijsbaan. Wij hebben daarvan in de afgelopen periode dan ook meerdere malen blijk gegeven en wij hebben zelf ook gezocht naar mogelijkheden. Zo hebben wij contacten gelegd, informatief, met de Hogeschool voor Toerisme en Recreatie om te kijken wat die voor ons zou kunnen betekenen. In de vergadering van deze raad van 26 maart jongstleden is een motie van dezelfde strekking door een overgrote meerderheid van deze raad afgewezen. Ik heb niet de illusie dat het standpunt van een aantal partijen in een maand op dit punt drastisch zou zijn gewijzigd. Bovendien meen ik begrepen te hebben dat bij de behande ling van de motie door de wethouder is toegezegd dat hij een overzicht zal verstrekken van de bestaande sportaccommodaties en dat hij tevens de behoefte aan nieuwe sportaccommodaties in beeld zal brengen. Ik neem aan, gezien de reactie van de Bredase bevolking, dat de ijsbaan daarin de nodige aandacht zal krijgen. Op grond van dat laatste zal mijn fractie geen steun verlenen aan dit voorstel. Mevrouw HEERKENS De heer De Werd heeft het ook al aangehaald: de ijsbaan is onlangs uitgebreid in discussie geweest bij de algemene beschouwingen. Er is een toezegging geweest om die in het najaar heel nadrukke lijk mee te nemen bij de discussie over de sportnota. Ik denk dat het te gemakkelijk is om te stellen, zoals ik dat nu lees in het initiatiefvoorstel, dat het 'maar', dat proef ik er een beetje uit, gaat om een haalbaarheidsonderzoek. Als we dat doen, dan moeten we dat ook heel serieus doen. Het wekt verwachtingen, die je ook moet kunnen waarmaken. Op dit moment denk ik dat het zorgvuldig zou zijn om de zaak ook af te zetten tegen andere claims met betrekking tot het hele sportterrein. Ook in de publiciteit heeft iedereen zijn zorg uitgesproken over de onderhoudssituatie. Ik vind het ook terecht dat we die afwegen ten opzichte van nieuwe initiatieven. Ik wijs erop dat daar waar de en quête is gehouden, blijkt dat er nogal wat bereidheid is om te betalen voor die kunstijsbaan. Dan moet het wellicht ook mogelijk zijn dat de markt daarop inspeelt. Ik vind wel, als de gemeenteraad signalen daarover krijgt, dat we er alles aan moeten doen om de situatie zo te creëren dat het voor het particulier initiatief ook mogelijk zou moeten zijn. Dat vind ik in eerste instantie. Het tweede punt, de toezegging van de wethouder een maand geleden om dit in het najaar heel nadrukkelijk te betrekken bij de discussie, is voor ons voldoende geweest. Mevrouw REIJNEN-KREMERS Aansluitend bij de vorige sprekers en gelet op de toezeggingen die de portefeuillehouder in de vorige vergadering al heeft gedaan, het is al meerdere malen aan de orde geweest, met name om te kijken naar het achterstallig onderhoud van de bestaande sportaccommodaties en de inventarisatie en behoeften aan eventuele nieuwe sportaccommodaties, wachten wij die nota af. Wij willen wat dat betreft de discussie over de kunstijsbaan betrekken bij die nota. De heer COPPENS Heel kort. Wij wachten de sportaccommodatienota van de wethouder af en wij willen wat dat betreft dan nu ook niet reageren op het initiatiefvoorstel dat nu voorligt. De heer SCHRODER Anders dan wat mevrouw Heerkens zegt, is het ons ontgaan dat tijdens de behandeling van de begroting uitgebreid over dit voorstel is gesproken. Ik weet dat de heer Kwisthout zich toen nog heeft ingespannen om een reactie van de raad los te krijgen, want het dreigde toen zonder verdere discussie al in negatieve zin tot besluitvorming te leiden. Wij hebben bij herhaling gezegd dat wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 301