5 JUNI 1997 312 start is voor een noodzakelijke samenwerking. Een samenwerking tussen de gemeenten die zich groeperen inhet gewest West-Brabanten om decruciale as, zou ikhaast willenzeggen, Antwerpen- Rotterdam. Ik heb in de betreffende raadscommissie, en met mij de woordvoerster en woordvoer ders, toen een aantal kanttekeningen gemaakt. Die heb ik goed kunnen terugvinden in het verslag van de commissievergadering en eigenlijk zie je daarin dan de rode draad: het Stadsgewest is langzamerhand passé. Het is dan goed om je te concentreren op dat nieuwe gebied, die nieuwe regio die voor ons zo van cruciaal belang is. Nogmaals, met die gedane opmerkingen en met uw voorstel zijn wij akkoord. Wij beschouwen dit stuk als een concept-praatstuk. Staat u mij toe nog een enkele aanvullende opmerking te maken. Op diezelfde dag werden vanuit het kabinet de nieuwe stadsprovincies Rotterdam en Eindhoven bekendgemaakt. Stadsprovincie betekent economische samenhang. Dat is voor Rotterdam niet zo moeilijk te bedenken. Als je de voors en tegens voor wat betreft Eindhoven leest, en in het blad NG staat een en ander uitgebreid geciteerd, dan kom je tot de indruk dat op een achternamiddag zomaar een derde van het Brabants goed wordt weggevaagd. En dat goed, dat geldt toch voor heel veel mensen die hier wonen, werken en leven. Weg is de gemeentelijke herindeling, waarvoor wij ons zo verschrikkelijk hebben ingespannen en waarbij Breda dan als voorbeeld wordt genoemd. Wat blijft er over van het overleg tussen de vijfgrote Brabantse gemeenten? Al met al zijn dit redenen genoeg om deze voorgenomen regionale samenwerking grondig op te pakken. Wij hebben al gezegd dat dit zo min mogelijk ambtelijk moet gebeuren. De samenwerking moet goed worden gestructureerd en als het kan, en dat klinkt niet zo gek uit mijn mond, met een heel goed management. Dan nog een slotopmerking. Ik verkeer soms in dubio, en met mij ook mijn fractiegenoten, als wij kijken naar de reorganisatie van het binnenlands bestuur die, zoals wij hebben kunnen lezen, is gestoeld op Rijk, Provincie en gemeen ten. Blijkbaar wordt daarmee in Den Haag soms heel rigoureus omgesprongen. U dient, als regionale exponent, zou ik bijna zeggen, toch goed op uw zaak te letten. De heer TAKS Met het merendeel van de gedachten die in dit voorstel worden ontwikkeld kan door de VVD-ff actie worden ingestemd. Dat geldt met name voor de gedachte om de samenwerking gestalte te geven op de schaal van West-Brabant. Ook de opheffing van het huidige Stadsgewest en het daarbij behorende ambtelijke apparaat heeft onze warme instemming, evenals de gedachte om de huidige uitvoeringstaken voortaan gescheiden onder te brengen in de voor elke taak meest geëigende structuur. Waar wij minder gelukkig mee zijn, is de manier waarop het college meent de bestuurlijke samenwerking vorm te moeten geven. Het zwaartepunt komt te liggen bij intergemeen telijke portefeuillehoudersoverleggen, waar het beleid wordt afgestemd en waar eventueel samenwerkingsafspraken kunnen worden gemaakt, die dan vervolgens weer al dan niet moeten worden bevestigd door de colleges en/of de gemeenteraden van de 18 gemeenten. Wij vinden die vorm van bestuurlijke samenwerking erg vrijblijvend en wij hadden liever gezien dat de suggestie van de burgemeesters van de vijfgrote West-Brabantse gemeenten was gevolgd om de bestuurlijke coördinatie onder te brengen ineen algemeen samenwerkingsverband. Een lichte regeling, zonder overdracht van bevoegdheden en wat ons betreft zonder ambtelijk apparaat. Wij menen dat dit een betere garantie zou bieden voor een goede afstemming van het beleid op West-Brabants niveau Ook tegen de achtergrond van de mogelijke splitsing van onze provincie lijkt het ons van groot belang om te komen tot een wat meer hechte bestuurlijke structuur. Het zou best eens kunnen gebeuren dat de provincie straks tot tweederde van de huidige omvang wordt teruggebracht en, gelet op het hoge ambitieniveau van provinciale politici zullen die zich straks intensief met de zaak van West-Brabant willen gaan bemoeien. Ik denk dat het goed is als het mogelijk wordt gemaakt dat die 18, nu verdeelde, gemeentebesturen eventueel samen een vuist kunnen maken tegen Den Bosch. Want dat zou weieens nodig kunnen zijn. Hoewel wij dus liever iets anders hadden gezien zijn wij het grotendeels eens met het voorstel. Wij twijfelen niet aan de goede bedoelingen van de portefeuillehouder van het college. Tegen die achtergrond, en met de verwachting dat het mogelijk moet zijn dat de andere gemeenten toch wat meer structuur willen, geven wij dit voorstel het voordeel van de twijfel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 312