5 JUNI 1997
313
De heer VAN YPEREN
Op het gevaar af de commissievergadering over te doen, wil ik mij beperken tot datgene wat al
is opgemerkt. Daaraan wil ik toevoegen dat debouwstenen, die inditvoorstel worden aangedragen,
ons inderdaad een mogelijkheid geven om dit bespreekbaar te maken. Bouwstenen staan over het
algemeen op een fundering. Wij vinden de fundering nog steeds wat mager. Die vrijblijvendheid
voor gemeentelijke samenwerking, tot in het extreme doorgevoerd, zorgt ervoor dat het cement
tussen die stenen bepaald niet sterk zal zijn. Men kan namelijk ja of neen zeggen, en dat betekent
dat er in wezen toch in zijn totaliteit een los verband is. Wij zijn het eens met de heer Taks dat
het voorstel bestuurlijk erg mager is. Wij weten beslist niethoe het gaat als wij het niet met elkaar
eens worden. Wij weten eigenlijk een heleboel dingen nog niet. Dat betekent dat Breda '97 het
u meegeeft, om als het ware een basis te vormen voor een bespreekstuk. Maar wij stellen toch
een aantal vragen met betrekking tot die vrijblijvendheid en die bestuurlijke onvolwaardigheid.
Mevrouw HEERKENS
Regionale samenwerking is een regelmatig terugkerend onderwerp op de agenda van de commissie
AZ. Al ruim voor het kabinetsstandpunt, wat toch duidelijk tendeert naar de drie bestuurslagen,
was in de Bredase politiek een duidelijke meerderheid te vinden voor het opzeggen van de Bredase
deelname aan het Stadsgewest. Voor de Partij van de Arbeid is de ondoorzichtige structuur en
het ontbreken van een democratische legitimatie altijd belangrijk geweest. Maar die regionale
samenwerking blijft noodzakelijk, met name ook op het sociaal-economisch terrein. Ik sluit mij
dan ook aan bij de woorden van de heer Wildeman, die daarop is ingegaan. Ook van onze kant
toch een extra overweging om hard te trekken aan die regionale samenwerking, en die met name
ook vanuit die gemeentelijke autonomie en regie te bepalen. Als wij dat afzetten tegen de ontwik
kelingen die op dit moment plaatsvinden rondom de stadsregio Eindhoven, dan denk ik dat het
goed is om in de toekomst alle voor- en nadelen, ook voor deze regio, eens op een rijtje te zetten
en daarover nog eens nadrukkelijk te debatteren in de commissie AZ. In de commissie AZ werd
duidelijk naar voren gebracht dat wij tegen de vorming van een nieuw ambtelijk apparaat zijn.
Ik meen te hebben opgemerkt dat dit een meerderheidsstandpunt was. Onder bouwsteen 9 is de
formulering weliswaar aangepast, maar als ik kijk naar bouwsteen 10, dan constateer ik dat dit
in feite weer min of meer wordt afgezwakt, omdat daar wordt gezegd: alles is inleverbaar, ook
Breda moet op alle punten kunnen onderhandelen. Wij gaan akkoord met dit voorstel, mits u
duidelijk in de richting van de gesprekspartners blijft aangeven dat Breda vasthoudt aan het
standpunt dat er geen nieuw ambtelijk apparaat wordt gecreëerd.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Wij kunnen voor het grootste deel metuw voorstel meegaan. Tussen de gemeenten in West-Brabant
blijkt er een behoefte te bestaan aan samenwerking. Ook Breda heeft die behoefte. De oude structuur
was te zwaar, te star, en bood eigenlijk te weinig ruimte voor maatwerk. Er zal dus moeten worden
gezocht naar nieuwe vormen van samenwerking op de schaal van West-Brabant. Dat zijn wij met
u eens. Die samenwerkingscultuur moet zijn gericht op een gezamenlijke verantwoordelijkheid
en, om meteen ook maar bij de angel in dit hele verhaal aan te komen, de ambtelijke ondersteuning
zal moeten komen vanuit de deelnemende gemeenten. Ook D66 heeft geen behoefte aan een nieuw
ambtelijk apparaat en een klein soort samenwerkingsverbandWij vinden wat dat betreft bouwsteen
9 toch nog wat te vaag. Voor wat de stadsregio Eindhoven betreft wil ik mij volledig aansluiten
bij wat het CDA daarover heeft opgemerkt.
De heer SCHRODER
Ik heb het voorstel vanuit de commissie mee teruggenomen naar mijn fractie. Ik heb in de
commissie een aantal kritische opmerkingen gemaakt, die ik hier niet zal herhalen. Na een
uitvoerige discussie binnen de fractie hebben wij toch gemeend om het voorstel het voordeel van
de twijfel te moeten geven, waarbij, en dat in de richting van de heer Taks, onzes inziens juist
de vrijblijvendheid in die samenwerking voor ons de doorslag gaf om het voorstel te steunen. De
heer Taks heeft die vrijblijvendheid zelf getypeerd als: je kunt onwillige honden niet dwingen.
De vrijblijvendheid, die is opgesloten in de gedachtenvorming, gaf voor ons de doorslag om hier