5 JUNI 1997 315 ik weet waarmee ik de boer op kan, dan wel een andere partner zoeken, zoals mevrouw Croft dat uitdrukt. Akkoord. 98. INTEGRATIE BSW BEDRIJVEN BREDA, STICHTING WERKRAAT EN DE WERKBRUG IN ÉÉN ORGANISATIE VOOR GESUBSIDIEERDE ARBEID. De heer ÜOERLER Als CD A-fractie stemmen wij in met dit voorstel. Ik wil nog één keer benadrukken wat wij noodzakelijk achten, zoals ik ook in de commissie heb gezegd. Uw visie op gesubsidieerde arbeid en beleidsmatige aansturing van de nieuwe organisatie is ons nog niet helemaal duidelijk. Wij zouden graag op korte termijn uw visie op gesubsidieerde arbeid willen zien, en wij zouden ook graag vernemen hoe u de nieuwe organisatie beleidsmatig wilt aansturen. De heer ROPS De nieuwe organisatie die ontstaat door de BSW, Werkraat en de Werkbrug samen te voegen, en die als taakstelling krijgt de uitvoering van de wet Sociale Werkvoorziening, de banenpoolrege ling, de Jeugdwerkgarantiewet en de Melkert-regelingen, vinden wij een zeer goede zaak. Dat betekent één aanspreekpunt voor de politiek. Het betekent duidelijkheid in beleid en aansturing. Het betekent ook één gezicht voor externe partners. Dus de gesubsidieerde arbeid onder één dak. Bij de BSW-bedrijven blijft het nagenoeg hetzelfde, behalve de WSW-detacheringen. Dat wordt nu het vierde bedrijf, het zogenaamde detacheringsbedrijf. In de commissie SAW heeft Breda '97 ervoor gepleit om zoveel mogelijk werk uit te besteden aan de BSW, en dan vooral op het gebied van het groenonderhoud. Als wij nu onze stad bekijken, enwijzienhoeverschrikkelijkdetrottoirs, pleinen, vluchtheuvels en gazons erbij liggen, dan krijg je tranen in je ogen. Er staat nu echt teveel groen in onze stad, in het centrum, in de wijken, kortom: overal. Wij vinden dat hieraan snel iets moet gebeuren. Hier komen wij veel handen tekort. Handen, die in die nieuwe organisatie ruimschoots voorhanden zijn. Nogmaals, handen zijn daar voorhanden. Waarom worden die niet gebruikt, wethouder Oomen, waarom niet? Waar blijft het imago van Breda op deze manier? Wij waren in onze dorpen een rapportcijfer van een 7 of een 8 gewend. Een 4 is voor Breda nog royaal. Doe er iets aan alstublieft! De heer KWISTHOUT Ik heb bij de te bespreken punten per abuis agendapunt 98 opgegeven, maar ik bedoelde punt 100. Dus hierover hoef ik het woord niet te voeren. Wethouder VAN RAAK In de richting van de heer Ügerler begrijp ik dat hij prijs stelt op een nota, die een beetje samenhangt met wat wij nu doen: het concentreren van alle additionele en gesubsidieerde arbeid. Ik beschouw het als een pleidooi voor een visie op gesubsidieerde arbeid. Wij zijn op dit moment bezig aan een nota Arbeidsmarktbeleid. Die visie komt daar in te staan, dus ik hoop u wat dat betreft nog dit jaar te kunnen bedienen. Ik onderschrijf het pleidooi van de heer Rops om zoveel mogelijk werk uit te besteden aan de BSW. Binnen de gemeente probeer ik regelmatig de mogelijkheden te onderzoeken en natuurlijk doen andere collega's dat ook. Zodra deze mogelijkhe den in beeld zijn, gaan wij ook over tot activiteit. Natuurlijk moeten wij rekening houden met de gezonde marktpositie die de BSW kan innemen. De BSW kan concurrerend werken, wij hoeven daarover echt niet moeilijk te doen. Uw pleidooi voor meer onderhoud aan het groen kan uitgebreid worden besproken, zowel bij de jaarrekening, als bij de begroting, als bij de verschillende onderhoudsplannen, en in de commissie van wethouder Oomen. Daarover ga ik niet. Ik weet niet of de heer Oomen er nog behoefte aan heeft om hierover iets te zeggen, maar dan zitten wij wel ver buiten het discussiepunt van dit moment.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 315