5 JUNI 1997 319 bleek, in uw ogen nu gebleken dat de betreffende persoon daar niets aan kon doen, dat hij wel degelijk de zaak aan de gemeente had opgegeven en inderdaad vrijgepleit kan worden? Of, als de gemeente zegt: wij hebben deze brief pas vanavond voor het eerst op tafel zien verschijnen en wij wisten niet van het bestaan af, bent u dan bereid om de vergadering even te schorsen, de zaak serieus door te nemen en dan terug te komen om te zeggen: we halen het van de agenda af en wij zetten het niet door? Ik denk dat het erg triest zou zijn als deze zaak wel wordt doorgezet. Wethouder VAN RAAK Ik heb een aantal opmerkingen. Procedureel vind ik dit een onappetijtelijke gang van zaken, en dan druk ik mij nog voorzichtig uit. Gegeven de gewijzigde omstandigheden noodzaakt de wet mij om in dit geval aan uw raad toestemming te vragen om door te procederen. Dat vraag ik u. Ik vraag u pertinent niet om zelf rechtertje te spelen. Wat de Parel van het Zuiden hier in feite doet is op de stoel van de rechter gaan zitten en bovendien nog even, in strijd met alle codes die hiervoor gelden, persoonlijke zaken van klanten van de Sociale Dienst hier rustig in het openbaar aan de orde stellen. Dat vind ik vervelend, en dan druk ik het zwak uit. Ik vind het onbeschoft. Voor wat betreft het andere aspect, door de Parel van het Zuiden ingebracht, namelijk dat de betrokkene zou zijn bedreigd door een ambtenaar, verzoek ik betrokkene of De Parel om hiervan onmiddellijk aangifte te doen. Want dat is een andere kwestie, die hier los van staat. Verder wens ik niet op dit individuele geval in te gaan. Aan de orde is: staat u ons toe om, gelezen het verhaal van de kantonrechter, te kijken of de rechter in een vervolgprocedure hierover een eensluidend of een ander oordeel geeft. Dat is aan de orde. U wordt niet verzocht om zelf uitspraken te doen. Dat is uw taak niet. De VOORZITTER Mij dunkt dat dit punt voldoende is behandeld. U mag een tweede termijn hebben, maar ik denk dat dit nu niet wijs is. Mevrouw CROFT-MITTELMEDER Ik wil toch graag een tweede termijn. TWEEDE TERMIJN Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Ik ben blij dat u mij wilt adviseren wat wel of niet wijs is, maar misschien dat ook u maar niet op de stoel van de rechter moet gaan zitten. Ik denk dat ik mij zeer goed over deze zaak heb uitgelaten, zonder dat ik daarmee iemand heb gekwetst. Een tweede punt is dat ik de betreffende persoon heb benaderd en heb gevraagd of hij het vervelend zou vinden, dan wel op prijs zou stellen als ik dit in de raad aan de orde zou stellen. Hij zou het op prijs stellen. Ik heb ook zijn raadsman daarover geïnformeerd en ik heb gevraagd of hij het vervelend zou vinden of op prijs zou stellen. Ook hij vond dat het in de openbaarheid kon worden behandeld, dus wat dat betreft gooi ik het verre van mij dat de wethouder denkt dat ik hier alle zaken van privacy heb geschonden. Ik heb het aan beide partijen die het aanging, en die dus geschaad zouden kunnen worden, gevraagd. Ik begrijp dat de Sociale Dienst het niet prettig vindt dat zij in een kwaad daglicht zou worden gesteld, omdat uit deze brief die ik aan iedereen in handen heb gesteld, klaarblijkelijk gewoon naar voren komt dat men ervan wist. En daarmee ga ik niet op de stoel van de rechter zitten. Ik zeg gewoon dat ik uit de stukken in de leeskamer begrijp wat de uitspraak van de kantonrechter was en wat ik hier uit deze brief heb begrepen. Dan denk ik dat het niet wijs is als gemeente Breda om dit te gaan doorzetten. Ik denk dat wij hier fout zaten. En je kunt dan wel naar de rechter stappen, maar de rechter heeft in eerste instantie al een uitspraak gedaan. Ik volg de uitspraak van de kantonrechter. Ik speel dus geen eigen rechter, ik zeg gewoon: er ligt een uitspraak, daarin kan ik mij volledig vinden, zeker gezien de stukken die hier op tafel liggen. U heeft geen andere stukken kunnen produceren, wethouder, waaruit blijkt dat uw gelijk harder is dan het mijne. U zegt gewoon: ik wens er niet over te praten, dat is privacyschending en het moet maar gewoon naar de rechter. Ik denk dat u hier wat dat betreft het verkeerde paard berijdt en ik denk dat u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 319