5 JUNI 1997 336 beginnen wij met een nieuwe lei en ik ben blij dat er nu een voorstel ligt om de wethouder wel de mogelijkheden te geven om zich waar te maken en voor Breda datgene te doen, waarvan wij denken dat het goed is voor Breda, en dat zij daardoor de middelen heeft om het belang van Breda te steunen. Daarom zal ik dit voorstel ondersteunen. De VOORZITTER Iedereen heeft in eerste instantie gesproken. Ik stel voor om nu een pauze te houden. Daarna zal het debat worden voortgezet door te beginnen met de wethouder in eerste termijn te laten antwoorden. PAUZE De VOORZITTER heropent de vergadering. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik begin zoals de sprekers begonnen zijn te antwoorden. Ik ga niet in op alle mooie zinsneden die zijn gevonden, maar ik heb ze wel allemaal gehoord en ik sta paf van uw kennis, ook van ondersteunende teksten om datgene duidelijk te maken wat je wil zeggen. Als ik het CDA hoor, dan is dat toch de toonzetting die ik ook met name bij de Partij van de Arbeid heel duidelijk heb beluisterd, en ook bij andere partijen op weer een andere manier. Het blijft er steeds om gaan, als ik het zo mag vertalen en niet heel veel vragen van mij weggooi, dat u zegt: ga er keihard voor dat Breda datgene binnenhaalt wat ter verbetering geldt voor de aantasting en de definitieve versto ring van datgene, wat wij niet hadden gewild. Dat betekent dat, als wij dus met een HSL zitten die langs Breda komt, wij ook deoptimale inpassingproberente realiseren. En niet alleen proberen te realiseren, maar wij gaan voor die optimale inpassing. Dat is keihard de opdracht. Dat zal het Rijk ook moeten weten, en daarover gingen ook de vragen die zijn gesteld in dat overleg en die kortheidshalve zijn beantwoord met "ja" en waarvan de heer Adank vroeg of die van de handtekening van de wethouder zouden kunnen worden voorzien. Als ik ze opnieuw zou schrijven dan zou dat natuurlijk kunnen, maar ik denk dat ik het ook symbolisch mag doen. De werkwijze was gewoon zo, dat dit is doorgegeven vanuit de vergadering en dat dit de enige manier was om het ons zo snel mogelijk te laten weten. Ik kan u zeggen dat de handtekening, die hier staat, natuurlijk ook de mijne zou kunnen zijn. Als hierin niet zou staan wat er is gebeurd, dan zou ik vanavond aan het begin al hebben gezegd dat ik deze brief zou verscheuren. U heeft het erover gehad dat het communicatietraject heel belangrijk is. Dat vinden wij ook. Wij zitten nu op het punt dat, als wij het convenant ondertekenen, wij ook samen met Rijkswaterstaat het traject zullen moeten ingaan voor wat betreft de communicatie. Dit is natuurlijk ook het belangrijke traject, waarin je actiegroepen hoort, waarin je bewoners en bedrijven hoort, en dat kan zowel ambtelijk op het HSL-bureau als bestuurlijk. Ik moet ook zeggen dat ik bestuurlijk al veel contacten heb gehad, niet alleen met burgers en actiegroepen, maar ook met andere gemeenten, die vragen om duidelijke ondersteuning voor hun wensen en verlangens. Ik vind dat deze functie ook tot onze taken behoort. Nogmaals, ik denk dat het een gemeenschappelijk traject wordt, maar dat het ook zo kan zijn dat wij het traject alleen ingaan met de burgers. Dat zal allemaal heel snel en verhevigd moeten plaatsvinden, want het OTB staat wel te dringen. Het gaat dus zowel om de communicatie als over de informatie. Als ik bijvoorbeeld zo'n heel praktische vraag krijg van de heer Adank, waarin hij zegt: hoe zit dat nu met de Lunetstraat, is het geen oplossing om iets naar het noorden op te schuiven? Dat is nu zo'n punt waarover we met een comité overleg kunnen voeren. Ja, zo gaat dat. Sommige mensen schetsen thuis wat, ze kijken wat en denken oplossingen te hebben. Vaak is het zo dat de oplossing die wordt aangedragen, niet de beste oplossing is, of dat die niet kan. Maar vaak betekent het wel dat, als je dan kijkt naar de oplossingen die worden aangedragen, je dan van een verbetering kunt spreken. En daar moetje voor gaan. In de richting van zo'n comité zijn we dan heel helder. Dat is ook het traject, waarbinnen je elkaar wel eens kunt tegenkomen, maar dan altijd met argumenten, zodat je niet ergens gans alleen staat met goede ideeën en nergens binnenkomt. Het is ook een duidelijke functie dat je, daar waar ideeën goed zijn, probeert om ze door te sluizen en mee te vertalen bij Rijkswaterstaat. En als iets niet goed is, leg het dan uit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 336