5 JUNI 1997
339
is. Want wij hebben bij dit convenant onze aandachtspunten duidelijk aangegeven. Dat is
geaccepteerd door Rijkswaterstaat, dus daaraan zullen wij hen ook moeten houden. U kunt het
randvoorwaarden noemen, maar het zijn nu aandachtspunten genoemd. Het houdt dezelfde hardheid.
Wordt er niet aan voldaan en vindt de raad dat knudde, dan kunnen wij altijd terug. Maar het is
niet zo dat wij nu al denken dat wij terug moeten gaan. Neen, wij kiezen voor de positieve insteek,
waarbij wij er vanuit gaan dat wij het halen. Dat zit ook in het communicatietraject, niet alleen
naar de burger, maar met name ook naar de raad. Wij zullen elkaar constant op de hoogte moeten
houden. Je kunt ook weieens ergens uitglijden en dan moet u dat ter plekke weten. De herstelmoge
lijkheden verrichten wij ook samen. Zo stel ik mij dat voor.
De heer SCHRODER
Is het college dan ook bereid om het woord "aandachtspunten" te vervangen door "breekpunten"?
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Wij hebben gekozen voor deze formulering. Ook door uw partij zijn er geen op- en aanmerkingen
geweest. Dit is, zoals wij het hebben ingebracht bij Rijkswaterstaat. Ik geeft de uitleg erbij, zoals
ik die ook in de commissie heb verwoord. Een aandachtspunt, waar overheen wordt gewalst, wordt
een moeilijke zaak voor Rijkswaterstaat. En dat weten ze. Ik denk dat het niet altijd in de
formulering zit, maar wel degelijk in de houding daarachter, die heel duidelijk bekend is bij iedereen
aan de overlegtafel. Mevrouw Reijnen wijst erop dat de terugkoppeling moet blijven en ook dat
wij alert moeten blijven. Ja, dat is zo. U zegt ook heel duidelijk dat wij aan tafel moeten gaan
zitten voor het vinden van oplossingen. Dieopvatting delen wij volkomen. Bij het communicatietra
ject hebben wij duidelijk een eigen verantwoordelijkheid. Dat heb ik u aan het begin al uitgelegd.
Op het afhandelen van de punten van aandacht heb ik ook al gereageerd. De heer Schroder vraagt
naar de bandbreedte. Eigenlijk geeft u het zelf al heel duidelijk aan. De bandbreedte is de
planologische en de financiële bandbreedte. Het convenant is nodig voor de minister, zegt u. Maar
voor een convenant zijn er altijd twee partijen nodig. Ik denk dat het ook nodig is voor Breda.
Bovendien is het een onderdeel van het PKB dat er een convenant moet worden gesloten, met name
ook om vast te houden aan de verlegging en de reconstructie van de A16. Dat is voor Breda ook
een heel belangrijk punt. Dus als daaraan tegemoet wordt gekomen zijn er bij het convenant twee
partijen die daaraan wat kunnen hebben. Verder heeft u gevraagd hoe het staat met de spoorlijn
Breda-Utrecht. Ook in een eerdere commissievergadering is al gezegd dat, wil je ooit die lijn
hebben, je grootste insteek en zekerheid is te vinden op het moment waarop Breda ook als
spoorknooppunt heel belangrijk wordt. Wat toen in de commissie is gesteld als een gedachte van
hoe het zou moeten zijn, dat is nu ook bewaarheid, want er is in de Tweede Kamer een motie
geweest waarin werd gevraagd om hiernaar een onderzoek te doen. Dus zo belangrijk is het. Ik
heb alleen één vraag, en ik vraag dat zonder enig sarcasme of cynisme. Was dat niet een motie
van GroenLinks? Weet iemand anders dat? Maar goed, in elk geval is er een motie waarin wordt
gevraagd naar onderzoek naar deze lijn. Dus ik denk dat Breda toch, ondanks het feit dat wij niet
hebben zitten te wachten op de HSL, juist door deze grote bundels infrastructuurkolossen wel heel
erg in beeld komt. Je kunt zeggen dat dit een geluk is bij een ongeluk. Het is een onderzoek hoor,
hij is er nog niet. Mevrouw Croft heeft heel veel parallellen getrokken naar eerdere commissie-
en raadsvergaderingen. Verder heeft zij een element genoemd, dat ook al is genoemd in de
commissie. Dat betrof de aankoop van vierkante meters grond. Dat is dus niet nieuw. Het is hier
nogmaals aangekondigd. Dat is analoog aan de nieuwe landingsbaan van Schiphol. Ik moet daarvan
zeggen dat wij van Schiphol al hebben geleerd dat zoiets eigenlijk niets bijzonders is, want het
wordt onteigend en verder kunt u daarvan niet eens tijdwinst verwachten. De heer Kwisthout heeft
heel consequent gesproken, zoals ook de heer Gouka dat in de commissie heeft gedaan. Ik heb
getracht om de heer Gouka te overtuigen, maar toch gemeend om zijn standpunt te moeten
respecteren, want hij was daarin heel duidelijk en dat is de heer Kwisthout ook. De heer Verpaalen
zegt dat hij graag steun zou geven nu de HSL er eenmaal komt, waarvoor alvast dank. Ik dacht
dat ik alles had beantwoord, maar helemaal zeker ben ik daar niet van.