5 JUNI 1997 340 De VOORZITTER Daarover zullen wij in de tweede termijn duidelijkheid krijgen. TWEEDE TERMIJN De heer AD ANK Wij willen de wethouder bedanken voor de uitgebreide beantwoording namens het college. De meeste vragen die wij hebben gesteld zijn beantwoord. Als het gaat om het geohydrologisch onderzoek dan gaat het om vraag 29 in het vraag- en antwoordmodel van de Eerste Kamer. Daarop komen wij te zijner tijd nog wel eens op terug. In de tweede plaats denk ik dat ik moet constateren dat wij, in de overgangsperiode van de laatste PKB naar het Ontwerp Tracébesluit, het college in ieder geval de rust moeten gunnen om in alle duidelijkheid te kunnen opereren en te kunnen onderhandelen. Daarin ondersteunen wij u van harte. In de derde plaats denken wij dat het van belang is, als het gaat om de ontwikkeling en de uitvoering van bestemmingsplannen en de discussie en de besluitvorming daaromtrent, dat wij ook in dezen alle medewerking mogen verwachten van de Provincie. Dat zou een aantal procedures in ieder geval in de versnelling kunnen zetten, met name als ik denk aan herhuisvesting en dergelijke. Als laatste punt wil ik vragen of het college bereid is om op niet al te lange termijn woord- en beeldmateriaal te presenteren aan alle Bredanaars, zodat wij samen weten aan welke klus wij bezig zijn. De heer GEUZE Wij hebben geen vragen meer, maar wel ook de wens dat inderdaad en in rust en met snelheid, vanwege de tijdsklem, zaken goed worden afgewikkeld vanaf nu totdat het Ontwerp Tracébesluit er is. Wij danken u uiteraard voor de beantwoording, met name ten aanzien van de communicatie, niet alleen in de richting van de politiek, maar ook ten aanzien van de burgers en de bedrijven. Wij zien met belangstelling de verdere ontwikkelingen tegemoet. De heer HAARHUIS Ik dank de wethouder voor haar uitgebreide beantwoording. Heel veel zaken zijn een stuk duidelijker geworden. Toch nog even terugkomend op dat ene punt gaan wij er vanuit dat onze interpretatie juist is dat de verslagen en de zaken die nu voorliggen dingen zijn, die niet licht aan de kant kunnen worden geschoven. Ik neem aan dat de dossiers, die er nu zijn, straks weer opengaan wanneer het bestuurlijk overleg officieel wordt voortgezet. Ook verwachten wij dat de uitnodiging van Rijkswaterstaat er officieel zal komen. Wij gaan er vanuit dat de uitspraken en de afspraken, die nu al zijn vastgelegd in die vijf keer "ja" in die bewuste brief, er dan ook zullen staan. Wij zullen ze daaraan houden en uiteraard zullen wij u ook aanspreken op het gevoel dat u toch zeker zegt te weten dat dit het geval is. Dank ook aan de dienst, die toch de afgelopen maanden behoorlijk veel werk heeft besteed aan het voorzien van informatie aan de commissie. De heer SCHRODER Duidelijkheid haal ik er allemaal niet uit, zeker niet als ik het onderonsje tussen de heer Haarhuis en de wethouder hoor over stadsducten of parkducten. Probeer de bevolking maar eens duidelijk te maken hoe dat allemaal zit. Overigens is ook de beantwoording door de wethouder ons niet geheel duidelijk, zeker niet waar ik een aantal keren heb geïnterrumpeerd en heb gevraagd hoe het nu zit met die punten van aandacht. De wethouder begint met te zeggen dat, als je inderdaad gaat praten met Rijkswaterstaat, de beste manier om daaruit te komen is keihard en duidelijk zeggen wat je vindt. Als je dan een jaar geleden hebt gezegd wat de randvoorwaarden zijn, en je noemt die nu punten van aandacht, dan is ons dat niet duidelijk. Dan is dat geen hard en duidelijk zeggen, maar dan is dat een verzwakking. En het integraal meenemen daarvan, ja, dat doet de politiek natuurlijk dag in dag uit. Ook mijn eigen partij maakt zich daaraan schuldig. Maar of dat nu altijd evenveel duidelijkheid geeft, is voor ons nog maar de vraag. De wethouder realiseert zich dat zelf ook door te zeggen dat zij nog niet helemaal zeker is voor wat betreft de punten van aandacht. Zij weet nog niet precies wat dat inhoudt, als ik haar zo citeer. Maar zij kan dat later teruglezen in de notulen. Vervolgens zegt zij dat het in ieder geval puntenzijn die moeten worden nagekomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 340