5 JUNI 1997 342
- onvoldoende rekening is en wordt gehouden met de gevolgen voor mens, milieu en omgeving;
en voorts overwegende, ten aanzien van de voorgenomen aanleg van de HSL in Zuid-Nederland,
dat:
- de raad van de gemeente Breda in zijn vergadering van 28 februari 1996 heeft besloten zijn
standpunt "neen, tegen het F-tracé" onverkort te handhaven en dit standpunt te blijven uitdragen;
- slechts ruimte werd gegeven aan het college van burgemeester en wethouders om met de minister
in gesprek te blijven op basis van een aantal "randvoorwaarden", te weten o.a. de zogenoemde
"Breda/Prinsenbeek-variant"
- het thans voorliggende voorstel van burgemeester en wethouders spreekt over het komen tot
oplossingen "binnen de aangegeven bandbreedte" (pagina 2), terwijl de maximale kaders daarvan
door het Rijk zijn gedicteerd;
- eveneens in het aan de orde zijnde voorstel niet langer wordt gesproken overrandvoorwaarden"
maar over "punten van aandacht";
- mitsdien in het huidige voorstel in sterke mate wordt afgeweken van het besluit van de raad van
28 februari 1996;
- het voorstel om een convenant aan te gaan uitdrukkelijk in het belang is van de minister, die
politiek voordeel kan halen met het gegeven dat er overeenstemming met de regio is;
- de verdere invulling van de punten van aandacht zich in het vervolgtraject naar een OTB aan
de aandacht van de politiek zullen onttrekken (er is immers overeenstemming tot samenwerking);
- gelet op de verwachte aantasting van de openbaar vervoer-infrastructuur, de aanleg van een
spoorwegverbinding Breda-Utrecht verder weg is dan ooit;
dat er, samenvattend, geen enkele aanleiding bestaat om met de minister een convenant tot
samenwerking aan te gaan;
dat er, integendeel, alle aanleiding bestaat om géén convenant aan te gaan;
dat er voorts redenen zijn om het "neen" van Breda onverkort te handhaven;
stellen de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders over het PKB HSL en Raamconvenant HSL-
zuid;
besluit:
1kennis te nemen van de PKB/HSL A16;
2. zijn standpunt "neen, tegen het F-tracé" onverkort te handhaven en dit standpunt te blijven
uitdragen;
3. het college op te dragen de ministers in kennis te stellen van voornoemd besluit;
