5 JUNI 1997 346 113. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PERCEEL BEEKSESTRAAT 81 TE PRINSENBEEK. 114. VOORBEREIDINGSBESLUIT TEN BEHOEVE VAN DE VERVANGINGEN UITBREI DING VAN EEN HORECAGELEGENHEID (QUICK LUNCH SHOP) AAN DE MIJ KEN- BROEK. 115. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET VALKENIERSPLEIN EN OMGEVING. Akkoord. 116. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN GEBIED GELEGEN TUSSEN DE VAN RUCKEVORSELSTRAAT EN DE POLDERSTRAAT TE BREDA. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dit is een voorbereidingsbesluit dat al een aantal keren eerder is genomen. Het betreft hier het slachthuisterrein en ik heb al in de commissie aangedragen dat ik toch wel eens van het college wilde weten hoe het nu staat met de visie op een aantal zaken aldaar. Aan de westelijke kant van het gebied is het college druk doende om een bestaand bedrijf weg te krijgen. Aan de oostzijde van het gebied, dus in de woonwijk zelf, is het college druk bezig om een ander bedrijf te vestigen. Dan begrijp ik niet goed waarom er een voorbereidingsbesluit moet worden genomen om woningbouw toe te passen in dat gebied en om dan te zeggen dat het bedrijf Klavers Jansen daar maar weg moet, omdat er te veel overlast zou zijn. Want op nog veel kortere afstand wil men een nieuw bedrijf gaan vestigen. Ik denk dat dit een beetje strijdig is en ik wil graag van de wethouder horen wat hierbij de achterliggende gedachte is geweest. Waarom is deze keuze gemaakt? Van de Belcrum is altijd gezegd dat het woongebied moet worden versterkt. De grens was duidelijk getrokken bij het bedrijventerrein. Dat zou zo blijven en de rest, het slachthuisterrein, werd woongebied. Daarom vraag ik mij af waarom u nu aan de andere kant toch weer bedrijven gaat toelaten. Ik heb de angst dat dit voorbereidingsbesluit straks een soort tussenvorm gaat worden en dat wij daar misschien nog meer bedrijven gaan krijgen. Want u heeft de grens van het bedrijventerrein alweer verschoven in de richting van de woonwijk. Een tweede punt dat ik aan de orde wil stellen, want daarop heb ik van de wethouder geen antwoord gekregen in de commissie, en ik vraag het nu nogmaals, is het volgende. In het gebied dat wij met de ambtenaren hebben besproken, is het de bedoeling om in de Speelhuislaan een soort stadswoningen te gaan ontwikkelen, waarbij het in de bedoeling ligt dat zich op de begane grond kleine zakelijke ondernemingen zouden bevinden. Het is dan ook heel vreemd om te merken dat de huisarts, die in de wijk was gevestigd en die een verzoek heeft ingediend om zich diéi te mogen vestigen, door het college is geweigerd en als niet passend is weggestuurd. Dat betekent dat de huisarts zich nu zal moeten verplaatsen en in deze wijk geen praktijk meer kan uitoefenen. Ik vraag mij af wat daarachter de diepliggende gedachte kan zijn. Ik dacht dat het juist de bedoeling was om het voorzieningenniveau van de wijk te optimaliseren en niet in te krimpen. Juist dit terrein zou daarvoor een zeer goede insteek kunnen zijn. Ik vraag toch om iets meer diepgang inhet voorbereidingsbesluit. Wij hebben het al een aantal keren in de raad gehad en officieel zien wij van de kant van het college niets verschijnen. Daarom wil ik graag de visie van de wethouder hierop. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Ik heb in de commissie duidelijk gemaakt dat het hier gaat om de verlenging van een voorberei dingsbesluit. Dat is het. Ik wil commissieleden nooit temperen in hun wijduitwaaierende belangstelling, maar ik wil het hierbij houden. Als de huisartsenpraktijk of andere zaken aan de orde moeten komen, dan heb ik daarvoor een spreekuur. Dat zal zo langzamerhand wel duidelijk zijn. Raadsleden en burgers kunnen op het spreekuur komen. Ik wil het hier sec hebben over dit voorbereidingsbesluit. De andere vragen wil ik beschouwen als een grote belangstelling voor heel veel zaken. Maar als ik die allemaal exact moet gaan beantwoorden, dan komt er nooit een eind aan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 346