26 JUNI 1997
367
Mevrouw HEERKENS
Ik hoop dat de wethouder in de gelegenheid is op een wat zakelijke manier erop in te gaan. Wat betreft
dit voorstel het volgende. Het is een prima voorstel, zeker in relatie tot het armoedebeleid. Het idee
achter de vrijlating is niet zozeer de toeleiding naar werk, maar veel meer de mogelijkheden bieden om
wat gemakkelijker deel te nemen aan de maatschappij, ook in financieel opzicht. De Partij van de Arbeid
is steeds een voorstander ervan geweest om de grenzen op te zoeken van wat het Rijk aan beleidsruimte
biedt. In dit voorstel zijn wij onzes inziens zelfs over die grens heengegaan door nadrukkelijk personen
die drie jaar of langer een uitkering hebben, automatisch voor vrijlating in aanmerking te laten komen.
Ik denk dat dat een wat gedurfd beleid is en dat verdient een compliment. Wel wil ik aandacht vragen
voor een paar zaken. De alleenstaande ouders met kinderen die ouder zijn dan vijf jaar, hebben een
sollicitatieplicht, en kunnen alleen in aanmerking komen voor vrijlating wanneer de Sociale Dienst vast
stelt dat er sprake is van sociale omstandigheden. Ik zou de wethouder willen vragen om daarmee zeer
ruimhartig om te gaanEen andere zaak betreft het punt dat de vrijlating onzes inziens niet moet meetellen
als draagkracht voor het aanvragen van bijzondere bijstand, om te voorkomen dat met de ene hand iets
wordt gegeven dat met de andere hand weer wordt weggehaald. Een laatste punt is, de heer Rops is
ook daarop ingegaan, het volgende. Hetzelfde geldt voor regelingen als kwijtschelding, huursubsidie
en de eigen bijdrage in de zorgsector. En dat ligt wat ingewikkelder op lokaal niveau, omdat deze rege
lingen heel strikt door het Rijk worden vastgesteld. Wel kunnen wij via het Grotestedenbeleid en de
VNG blijven aandringen om èn de vrijlating èn de kwijtschelding te kunnen blijven bieden, en niet een
of-of-beleid.
De VOORZITTER
Dank u wel. Een minuut 30 seconden.
De heer SCHRODER
Op zich is het een uitstekend voorstel. Het is inderdaad terecht, wat mevrouw Heerkens ook zegt, dat
Breda met dit voorstel de nek uitsteekt, ook ten opzichte van de landelijke beleidsruimte die ons is
gegeven. Wij vinden dat de regeling op een juiste wijze zo ruimhartig mogelijk wordt toegepast, en
wij hebben u al eerder uitgenodigd om überhaupt bij het beleid van de Sociale Dienst altijd die grenzen
op te zoeken die landelijk mogelijk zijn. De pluim die ik ten aanzien van dit voorstel wil geven, is onlangs
ook al uitgedeeld door de FNV en ik denk dat dat niet ten onrechte is. De zorg ten aanzien van de
armoedeval is in de commissie al gesignaleerd. Wij denken met de Partij van de Arbeid, dat de bijver
diensten in deze regeling niet als draagkracht voor het aanvragen van bijzondere bijstand moeten
meetellen. Wanneer de armoedeval als gevolg van het rijksbeleid niet is te voorkomen, dan vind ik het
een dure plicht van de Sociale Dienst om uitgebreid voorlichting te geven over de risico's, die de mensen
gaan lopen als zij van deze vrijlatingsregeling gebruikmaken.
De VOORZITTER
Dank u wel. Een minuut.
De heer KWISTHOUT
Ik heb eigenlijk maar één vraag. Kan het college garanderen dat iedereen die, volgens de regels zoals
hier gesteld, parttime werkt en dus wat bijverdient, ook daadwerkelijk erop vooruit gaat, en niet erop
achteruit, in verband met de huursubsidie, de kwijtschelding, et cetera? Hebt u rekenvoorbeelden daarvan?
Hoe denkt het college het op te lossen, als mensen daadwerkelijk financieel erop achteruitgaan?
De VOORZITTER
Dank u wel. 28 seconden.