26 JUNI 1997
368
Wethouder VAN RAAK
Met dit voorstel hebben wij duidelijk de grenzen van de mogelijkheden opgezocht die het Rijk biedt.
Ik ben blij dat u heeft erkend dat we met dit voorstel iets hebben toegevoegd, iets hebben ingevuld,
waarmee we mogelijkheden hebben. Ik zal meteen maar de heer Kwisthout antwoorden, waar hij vraagt:
kan het college garanderen dat iedereen erop vooruitgaat? Neen, dat kan ik dus niet. De overige sprekers
geven het ook al aan. Je krijgt het probleem met de huursubsidie, het bekende probleem. Daar speelt
heel duidelijk, dat mensen die inkomens hebben, met normhuren en met de huursubsidie zelf in de pro
blemen komen. U heeft zelf ook rekenvoorbeelden rondgedeeld. Ik moet gewoon erkennen dat die
kloppen. Dat werkt dus zo niet. Als de heer Schroder zegt, dat we in dat soort gevallen voorlichting
moeten geven, dan ben ik het helemaal met hem eens. Dat klopt. Dat zullen we dan ook doen. Ik denk
dat we dat nog een keer uitwerken. Ik zal nadrukkelijk onder de aandacht van de Sociale Dienst en van
de consulenten brengen: ga niet iets zeggen, waarbij de cliënten er verder op achteruitgaan. De winst
die men heeft door de participatie in het maatschappelijk leven, doordat men een deeltijdbaan heeft
aangenomen, kan aanmerkelijk worden bedorven door het feit dat men er geld bij inlevert. Dat was niet
de bedoeling. De vragen met betrekking tot de huursubsidie, daarvan zeg ik dat ik dat niet in de hand
heb. Wat betreft de twee overige punten, het volgende. Mevrouw Heerkens vroeg heel duidelijk de
vrijlating niet mee te tellen bij de draagkracht. Dat is correct, dat doen we niet. Dat hebben we zelf in
de hand. Daarover kunnen we zelf beslissen. Een ander punt is het kwijtscheldingsbeleid. Ik heb in de
commissie aangegeven dat hierover een overleg met financiën moet plaatsvinden. Dat heeft nog niet
plaatsgevonden. We hebben alleen de indruk dat de problematiek bij mensen die lage woonlasten hebben
heel specifiek gaat heersen. Dat moeten we nog even in beeld proberen te krijgen. Ik zeg u dat we daaraan
aandacht zullen besteden. Stel dat het fout uitpakt, dan vind ik dat onze voorlichting aan de cliënten
ook duidelijk moet zijn. U weet daarnaast overigens dat er een interdepartementale werkgroep bezig
is, dat heb ik u in de commissie ook aangegeven, met de problematiek van de armoedeval: daar waar
inkomsten binnenkomen en de mensen wat kunnen bijverdienen, waarna zij als gevolg daarvan de
huursubsidie verliezen, de mogelijkheden met betrekking tot de bijzondere bijstand, de mogelijkheden
met betrekking tot de BredaPas, en met andere inkomstenafhankelijke regelingen daardoor dus in die
armoedeval terechtkomen. Iedereen vindt dit natuurlijk belachelijk. Het zit ingebakken in de systematiek
waarbij we tot op de penning proberen uit te rekenen wat de mogelijkheden, de draagkrachtregels en
de kostenplaatjes zijn. Dus dat is uitermate moeilijk. In de richting van mevrouw Heerkens, die de vraag
stelde om met betrekking tot de vijfjarigen een zeer ruimhartig beleid toe te passen, het volgende. Wij
hebben aangegeven dat we daar persoonlijk zullen toetsen. Ik vind dat 'ruimhartig' ook te generalistisch,
ik denk dat ik gewoon moet vasthouden aan: we kijken naar de bijzondere omstandigheden. U weet
welk beleid wij met betrekking tot de alleenstaande ouders van de vijfjarigen de afgelopen jaren hebben
gevoerd. Het is een heel nauwkeurige leeftijd, want het is natuurlijk een illusie datje vanaf het moment
dat de kinderen ouder zijn dan vijfjaar, meteen voor de arbeidsmarkt geschikt bent.
TWEEDE TERMIJN
De heer BOER
Ik heb in eerste instantie geen gebruik gemaakt van mijn recht van spreken, niet omwille van de tijd,
want ik denk dat we straks daarvoor een heel goede oplossing hebben. Als u zo kinderachtig bent, dan
kunnen wij dat ook zijn. Het voorstel, de heer Kwisthout heeft het nagerekend, daarvoor ben ik hem
heel dankbaar, is een niet goed doordacht, onvolwassen voorstel. Er wordt op een gegeven moment
een sigaar gegeven en waarschijnlijk worden er twee teruggevraagd. Dat vinden wij erg slecht. In principe
waren wij in de commissie voor het voorstel, maar we hadden niet zo goed doorgedacht als de heer
Kwisthout dat nu heeft gedaan, daarvoor nogmaals mijn complimenten. Maar zoals het hier ligt kunnen
de mensen erop achteruitgaan en u kunt niet garanderen dat dat niet gebeurt. U kunt zelfs niet eens
garanderen, dat ze er op vooruitgaan. Daarom is het een buitengewoon onvolwassen voorstel.