26 JUNI 1997
380
Wethouder GIELEN
Voor wat betreft de museumwoningen, het volgende. De heer Kruithof gaf het zelf al aan dat deze als
zodanig niet bij dit voorstel horen. Ik ken zijn zorg. U weet dat wat dat betreft de discussie ten tijde
van het definitief ontwerp Chasséterrein zal worden gevoerd. Ik kan me niet herinneren dat ik in de
richting van de heer Schoenmakers zou hebben gezegd dat ten tijde van de raadsbehandeling van dit
voorstel er meer bekend zou zijn over het definitief ontwerp Chasséterrein.
De heer SCHOENMAKERS
Een interruptie graag. Op bladzijde 2 van de toelichting op het raadsvoorstel staat: "Wij hebben opdracht
gegeven om in het ontwikkelingsproces van het Chasséterrein het definitieve ontwerp voor de woningen
af te stemmen op het thans voorliggende definitieve ontwerp van het museum. Het resultaat van de
gezamenlijke bespreking wordt u voor de raadsbehandeling aangereikt."
Wethouder GIELEN
Dat is op zich wat anders. U heeft gelijk dat aan u voor de raadsbehandeling iets zou moeten worden
uitgereikt, maar dat was niet het definitief ontwerp van het totale Chasséterrein.
De heer SCHOENMAKERS
Neen, dat bedoel ik ook niet, maar wel van de museumwoningen.
Wethouder GIELEN
Neen, wat hiermee wordt bedoeld is de bespreking tussen de beide architecten en de stedenbouwkundige
supervisor, en de weergave daarvan had u kunnen worden uitgereikt. Dat is kennelijk niet gebeurd,
dus dat is een omissie, maar dat wil niet zeggen dat de bespreking van de behandeling van het definitief
ontwerp van het Chasséterrein als zodanig pas voorzien is na deze zomer.
De heer SCHOENMAKERS
Die zien we dan graag tegemoet.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER
Gewoon doorslikken, mijnheer Schoenmakers, goed slikken.
Wethouder GIELEN
De heer Schroder had liever gezien dat de bezoekersaantallen en dergelijke onafhankelijk getoetst zouden
zijn. Ik heb hem in de commissie aangegeven dat dit onderzoek is verricht door Berenschot, en als zodanig
extern is getoetst. Er zit een kaftje van de gemeente Breda om, maar dit is een gezamenlijk product van
de dienst Cultuur en van Berenschot. Het bedrijfsplan is dus wel degelijk extern getoetst. Ik kan het
daarbij laten.
TWEEDE TERMIJN
De heer BOER
Het verbaast me niet dat de wethouder hierop niet ingaat. Het is helemaal nieuw voor hem. Hij heeft
dus ook nooit van kengetallen gehoord en hij heeft ook nooit zijn best gedaan om daarmee wat te doen.
Een feit is dat de afgelopen jaren bijna 120 miljoen is gestopt in cultuur, wat ten koste gaat van de
restvande stad. Ikheb toentertijd Reg ten Zijthoff ook gezegd dathij wel blij mocht zijn met/61 miljoen
plus 7,5 miljoen aan een structurele bijdrage. In dit geval hadden we geen woorden daaraan vuilge
maakt, ware het niet dat de kosten dusdanig verschillen met andere zaken, dat we ons daaraan niet hebben
kunnen onttrekken en een les hebben moeten leren, die wij voor de commissie niet hadden kunnen weten,
omdat we die cijfers niethadden. Maar wij zijn in ieder geval bereid om een ander standpunt in te nemen
en wij kunnen dat ook. Dat kan het college in wezen ook. Bij het vorige voorstel hebben we gezien dat