23 JANUARI 1997 37 De heer BOER Neen, maar u bent nu gewoon vóór De VOORZITTER Kunt u dit tweegesprek straks niet beter elders voeren? De heer CRUL Ik wil reageren in de richting van het CDA en de VVD. Wij hebben in de commissie Middelen inderdaad over dit soort zaken steeds in z'n algemeenheid gehoord dat er weinig verschil is tussen oppositie en collegepartijen. Wij hebben steeds geredeneerd dat dit op een rechtvaardige en evenwichtige manier moet gebeuren. Wij hebben elkaar daarin altijd gevonden. Het hield in dat, als er echt pieken of schoksgewijze zaken waren, die niet werden doorgevoerd. Die werden op een andere manier opgelost. Dat kan nu ook. Als wij vanavond zeggen dat dit voorstel niet doorgaat, dan kan de O.Z.B. misschien wel doorgaan. Wij moeten nog maar eens kijken hoe dat dan precies moet worden. Maar het scheelt in ieder geval 200,— 300,-- waarmee je de mensen tegemoetkomt en hen de tijd laat om daaraan in die twee jaar te wennen. Wij dachten zeker dat het, gezien de emotionele zaken die de herindeling al in de omliggende gemeenten heeft gegeven, een goede zaak zou zijn als wij aangrijpen wat mogelijk is. Wij moeten niet doen wat onmogelijk is, neen, wij moeten aangrijpen wat mogel ijk isVan de belangrijkste argumenten die de wethouder noemt heb ik er twee opgeschreven, ik dacht ook dat dit de enige waren: gelijkberechtiging, en in het projectcollege was dit ook door de randgemeenten al aangedragen. Maar het projectcollege zegt helemaal niets naar de burgerij toe. Ik geloof niet dat het projectcollege één contact met de burgerij heeft gehad. Ik zou het tenminste niet weten. Ik heb hierover niets gelezen, ik heb het ook nooit gehoord. Dus het is maar de vraag hoe dat overkomt bij de burgerij. Ik denk dat het een slechte zaak zou zijn als wij dat zouden doorvoeren. Wat die gelijkberechtiging betreft, denk ik dat het een moeilijk punt is. Ik heb hierover ook gesproken met mensen uit het ambtelijk appa raat. Ik wil hen hierbij niet betrekken, want zij horen hier natuurlijk niet bijMaar het is natuurlijk moeilijk, want dan moetje er in ieder geval van overtuigd zijn datje daar in z'n totaliteit voor iedereen ook dezelfde verplichtingen tegenoverstelt, of in ieder geval dezelfde rechten, dezelfde voorzieningen en noem maar op. Ik denk dat wij daar voor verschillende zaken nog niet aan toe zijn. De riolering bijvoorbeeld is in de randgemeenten anders dan in Breda, tenminste voorzover ik kan zien, en ik heb daar vanaf het begin aan meegedaan. Ik zeg niet dat dit veel verschil uitmaakt, maar het is in ieder geval niet allemaal gelijk. De producten die wij leveren zijn niet gelijk aan de producten die vroeger werden geleverd in de randgemeenten. Daarbij zou ik ook nog wel andere zaken kunnen noemen. Gelijkberechtiging is dus twijfelachtig, als je daarover spreekt. Het tweede argument over het projectcollege zegt natuurlijk niets, want er is op geen enkele wijze met de burgerij over gepraat. Wij blijven van mening dat de raad z'n verantwoordelijkheid moet nemen. Die mogelijkheid is er via artikel 28, en dan hebben wij volop gelegenheid om dat in die twee jaar op een evenwichtige manier op te lossen. De VOORZITTER U gaat nu uw amendementen indienen? Ja. De twee amendementen worden nu aan mij overhandigd en de kopieën worden u uitgereikt. De door GroenLinks ingediende amendementen luiden als volgt: AMENDEMENT (3) met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de uniformering van de belastingverordeningen en -tarieven voor 1997. Ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Breda, gelet op het bepaalde in artikel 30 van het Reglement van Orde;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 37