26 JUNI 1997 381 er tussen 14 mei en 11 juni wonderen waren gebeurd, maar in dit geval blijft men dus star doorgaan. Wij verwachten ook niet dat onze moties het zullen halen, maar we houden ons toch vast aan wat wij nu hebben. Wij hopen dat u toch de nodige lessen daaruit leert, zij het dan voor de toekomst. De heer SCHRODER Wat betreft de moties van de Parel denk ik dat de heer Boer een vooruitziende blik heeft. Ten aanzien van de onafhankelijkheid van de toetsing, het volgende. Wanneer Berenschot meewerkt aan het opstellen van een bedrijfsplan en een exploitatieresultaat, dan zie ik dat als een stuk 'samenwerking', het woord dat de wethouder zelf gebruikt. Maar niet als een onafhankelijke toetsing door derden van een al gereed bedrijfsplan. Misschien kan hij daarover nog iets duidelijker zijn. De heer KWISTHOUT Weer even kort. Ik zou toch graag zien dat de wethouder de argumenten die de Parel op tafel legt, hetzij ontkracht hetzij toegeeft. Wethouder GIELEN Ik constateer dat de Parel van het Zuiden in de eerste termijn aan mij geen vragen heeft gesteld. Nogmaals, ik houd mij verre van opmerkingen als: het smijten met geld, en ook hieruit blijkt weer dat appels met peren worden vergeleken, omdat ik op geen enkele wijze De heer BOER Ik heb toch ook gezegd dat ik dat doe? Alleen met de juiste kilo's en de centen, en dan kan dat. Wethouder GIELEN op geen enkele wijze personen die elders een bezoek brengen aan een museum, kan vergelijken met de bezoekers van een totaalproject, waarvan hier sprake is, namelijk de archiefdienst, de archeologische afdeling en het museum. U vergelijkt appels met peren dus ik houd mij verre van dat soort opmerkingen. De heer BOER Ik heb ze wel degelijk uit elkaar gehaald. U kent de stukken net zo goed als ik. Wethouder GIELEN Zal ik in tweede termijn meteen even ingaan op de moties? Motie 1die begint met de overweging dat er tekenen zijn dat de bibliotheek, De Beyerd en het Breda's Museum in hun exploitatie in vergelijking met landelijke cijfers erg duur zijn ten opzichte van het aantal boeken casu quo bezoekers, ontraad ik namens het college, omdat ook hier bezoekersaantallen en exploitaties worden vergeleken, die niet te vergelijken zijn. Wat betreft de andere motie het volgende. Dat punt is voldoende in het raadsvoorstel aangegeven. Over de extra exploitatiekosten, waarover de motie spreekt, hebben we in de commissie uitgebreid gesproken. De onderbouwing van de argumentatie die het college hiervoor kiest, staat uitdrukkelijk en nadrukkelijk in het raadsvoorstel. Dus deze motie wil ik ook ontraden. Besluitvorming ten aanzien van motie 1, ingediend door de Parel van het Zuiden, inzake de hoge exploitatiekosten van bibliotheek, De Beyerd en het Breda's Museum, waarin het college wordt verzocht zo spoedig mogelijk het een en ander aan te geven. Deze motie wordt verworpen met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden en de fractie van de SP geacht wensen te worden te hebben voorgestemd. Besluitvorming ten aanzien van motie 2, betreffende het opvangen binnen het eigen budget van het Breda's Museum van de extra exploitatiekosten van 87.000,-. Deze motie wordt verworpen met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben voorgestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 381