23 JANUARI 1997
39
voorts overwegende dat er aanleiding bestaat om, gelet op de overige financiële consequenties
voor de burgers van de voormalige randgemeenten, de in het raadsvoorstel bedoelde uniformering
van verordeningen en tarieven voor de voormalige gemeenten vertraagd in te voeren;
besluit:
1de onderdelen 1A, 2. A, 3. A en 4. A van het voorstel aldus te wijzigen dat de aanhef van deze
onderdelen komt te luiden:
"Vervallen te verklaren per 1 januari 1998:"
en dat de laatste alinea's van bedoelde onderdelen, aanvangend met de zinsnede: "Met dien
verstande datkomen te vervallen;
2. de onderdelen l.B, 2.B en 3.B van het voorstel aldus te wijzigen dat de aanhef van deze
onderdelen komt te luiden:
"Geldend te verklaren voor het gehele gebied van de gemeente Breda per 1 januari 1998:";
3. het voorstel voor het overige over te nemen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Ik geef vervolgens het woord aan de heer Kwisthout
De heer BOER
Mijnheer de voorzitter
De VOORZITTER
Ik had u al het woord gegeven, mijnheer Boer, en u hebt die tijd ook gebruikt.
De heer BOER
Wanneer? In eerste instantie?
De VOORZITTER
Toen u begon te interrumperen, heb ik gezegd dat u meteen het hele woord kon nemen.
De heer BOER
Neen, u heeft in eerste instantie
De VOORZITTER
Meestal begrijpt u mij goed.
De heer BOER
Als u zo gaat variëren, dan
De VOORZITTER
Neen, gaat uw gang. Wij hebben elkaar niet goed begrepen.
De heer BOER
Ik ben heel lang bezig geweest met stadsverwarmingstarieven. Toevallig staat er nu in het VN-
Magazine van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ook nog een verhaal over stadsverwar
ming. Waar het eigenlijk om ging was het feit dat er in Breda destijds twee tarieven golden: een
hoog tarief en een laag tarief. De PNEM wilde harmoniseren, maar in de praktijk betekende dat
invoering van het hogere tarief. Wij hebben steeds gezegd: als je harmoniseert, waarvan wij voor
stander zijn, dan zou je ook het lagere tarief kunnen harmoniseren. Dat maakt voor de harmonisatie
als zodanig niets uit. Ik hoor toch in deze raad vooral dat men het zeer belangrijk vindt dat er
gelijkberechtiging plaatsvindt. Maar waarom wordt dan gekozen voor gelijkberechtiging naar bo-