26 JUNI 1997
409
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik wil even heel kort erop antwoorden. Dat wat ik met de heer Oomen in het Ginneken heb, heb ik met
de heer Gielen in het Brabantpark, en verder zal de heer Gielen zelf erop ingaan.
Wethouder GIELEN
Ik ben gewend van GroenLinks dat ze niet handelen op basis van geruchten. Het uitgangspunt voor het
college is het vastgestelde bestemmingsplan. Bij de herinrichting van de St.Ignatiusstraat is het college
voornemens om nog dit najaar met voorstellen rondom de herontwikkeling van het Brabantplein te komen.
Ons uitgangspunt daarbij is het bestemmingsplan, waarin wordt gesproken over 1.600 m2 uitbreiding
van het winkelplein. Dat is ons uitgangspunt en daarover praten we momenteel met ABN-AMRO
Proj ectontwikkel ing
TWEEDE TERMIJN
De heer CRUL
Ik heb gevraagd of er iets van de geruchten waar is of niet en daarop heeft de wethouder geen rechtstreeks
antwoord gegeven.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Ik heb er wel antwoord op gegeven. Ik heb dus gezegd dat het klinkklare nonsens is.
De heer CRUL
Ik heb het aan de heer Gielen gevraagd.
Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX
Maar u kijkt naar mij volgens mij.
Wethouder GIELEN
Ik heb aangegeven dat ik gewend ben van GroenLinks dat ze niet handelen op geruchten. Daarmee heb
ik aangegeven dat het wat mij betreft een gerucht is. Ik heb aangegeven wat het uitgangspunt van het
college is. En ik kan niet oordelen over geruchten die in die omgeving spelen.
Akkoord.
159.UITWERKINGSNOTITIE OPVOEDINGSONDERSTEUNING 1997.
De heer SCHRODER
Deze week kregen wij van het IMW een faxbericht toegestuurd, waarin het IMW zich beklaagde over
het feit dat zij bij deze notitie niet betrokken zijn geweest. Ik neem aan dat het college van die fax op
de hoogte is, u kent ook de instemming van de hele commissie en ook van mijn fractie met de notitie.
Maar het IMW geeft heel duidelijk aan: wij zijn al wat langer op dit beleidsterrein bezig, en het had
het college op zijn minst gesierd wanneer wij ook een rol krijgen in de notitie, ook in het voortraject
zijn wij erbij betrokken geweest. Het college kan de commissieleden inclusief mijn persoon verwijten,
dat we hebben zitten slapen in de commissie, maar op dit terrein zijn twee wethouders betrokken, die
wellicht ook hebben geslapen. Misschien kunt u aangeven hoe dit wordt opgepakt.
Mevrouw CROFT-MITTELMEIJ ER
Ik ben het helemaal eens met datgene wat de heer Schroder zegt. Op zich is de discussie al wat langer
gaande, wij hebben het ook wat breder opgezet in de commissievergadering. Ga je nu wel met de juiste
mensen allemaal rond de tafel zitten? En zouden bijvoorbeeld niet huisartsen en het kruiswerk veel meer
erbij betrokken moeten zijn, en dè mensen moeten zijn om er iets aan te doen, en niet allemaal van die