26 JUNI 1997 410 vergaderculturen. Ik ben blij dat de heer Schroder even de wekker heeft laten aflopen hier in de raad, en ik hoop dat de collegeleden nu ook wakkerschieten. Dan hebben we er inderdaad wat aan. Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Het is terecht dat de heer Schroder reageert op de brief van het IMW, welke brief gisteren bij mij op tafel kwam. Ik heb onmiddellijk geïnformeerd wat de reden kan zijn van dit absolute misverstand, in die zin dat uiteraard niemand, maar dan ook niemand van de betrokkenen, enigszins van plan was om welke instelling dan ook buiten boord te houden. Door een merkwaardige samenloop van allerlei omstandigheden en door het overdragen van werk van de OVG aan het IMW, is dit misverstand ontstaan. Ik heb vanmiddag een gesprek gehad, zowel met de directeur van het IMW als met de directeur van het OVG, en wij hebben daarbij alle problemen uit de weg geruimd. Het IMW heeft geen inhoudelijke problemen met de nota op zich. Het zal zich ook heel graag actief opstellen bij de uitwerking en de realisering ervan, maar heeft alleen de vraag: als men tot realisering komt, hoe zit het dan met onze capaciteit? Daarin is gesteld dat het hier een groeimodel is en dat we daarover uiteraard bij de praktische uitwerking primair ook met het IMW overleg zullen voeren. Wat dat betreft is de lucht geheel opgeklaard en is iedereen, die zich nu moet bezighouden met de opvoedingsondersteuning van deze jonge kinderen, in beeld. Tot volle tevredenheid overigens, zowel van het IMW als van het daarbij zijdelings ook betrokken OVG. De heer SCHRODER Bedankt voor de beantwoording, alleen maak ik me wat zorgen als ik hoor dat het IMW zich vragen stelt bij de capaciteit, want de capaciteit lijkt bijna een verzoek om extra geld op dit project in te zetten. Als het IMW daadwerkelijk vraagt om capaciteit, betekent dat dan dat de financiële onderlegger onder deze notitie moet worden bijgesteld? Wethouder VOSSENAAR-BLOKDIJK Ik denk dat daarvan op het ogenblik geen sprake is, mijnheer Schroder. Als er capaciteitsproblemen zouden zijn, hetgeen niet op papier staat noch bewezen is, dan zullen we ook kijken of daar mogelijkheden zijn tot herschikking van activiteiten. Dat zullen wij met het IMW overleggen. Akkoord. 160. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING BREDA 1998. Akkoord. 161. VASTSTELLING JAARREKENINGEN 1996. De heer DUBBELMAN Misschien mag ik vooraf, volgens goed gebruik, als voorzitter van de Rekeningscommissie, die ten dienste staat van alle raadsleden en zich dus ook niet laat ontbieden in het torentje van Adank, zover staat dit boven de politieke partijen, ik spreek namelijk namens de Rekeningscommissie in de goede stijl van de heer Bokkelkamp, mijn voorganger, een enkele algemene opmerking plaatsen over de jaarrekening? Ik kan u daarbij zelfs toezeggen dat de CD A-fractie de tijd die daarvoor nodig is zelfs beschikbaar stelt. Maar dat zal zeker niet nodig zijn. Heel kort kan ik zeggen dat de Rekeningscommissie zich constructief heeft opgesteld en in een intensieve vergadering in twee uur de klus heeft geklaard. We hebben op een goede manier vergaderd. Ik laat daarbij natuurlijk in het midden wie er wel en wie er niet was. Maar de aanwezigen hebben zeer constructief en in korte tijd vergaderd. Het advies spreekt, denk ik, voor zichzelf. Misschien mag ik de raad erop wijzen dat er in dit advies een heel belangrijk element staat. Er wordt nu nadrukkelijk geformuleerd dat nog openstaande restantkredieten van zaken van voor 1996 gaan terugvloeien naar de algemene middelen, zodat daarover een goede politieke discussie kan worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 410