26 JUNI 1997 411 gevoerd. Zo blijven allerlei oude potjes niet hangen op plaatsen waar ze niet meer nodig zijn. Bij de behandeling van de j aarrekening 1996 hebben we te maken gehad met een zeer bijzondere omstandigheid We hebben eigenlijk vier jaarrekeningen behandeld, namelijk niet alleen die van oud Breda, maar ook die van Teteringen, waarvoor de heer Crul zich verdienstelijk heeft gemaakt. Hij kon het zonnetje in het water zien schijnen met betrekking tot de 500.000,-- tekort. Zo constructief waren we bezig, de heer Crul in het bijzonder. Voor wat betreft Prinsenbeek was de behandeling in goede handen op advies van de heer Geuze, en ik moet u zeggen dat de heer Geuze zelfs de accountant van de VB wist te verleiden tot een hoogtechnische discussie over het moment van verantwoording van aanbetalingen. Dit om even aan te geven hoe dat ging. Nieuw-Ginneken was in handen van de heer Schoenmakers. Het was duidelijk dat dit lid heel lyrisch was over deze prachtige kerkdorpen en ik besef uit zijn bijdrage dat de parel van Breda pas de parel is geworden sinds Nieuw-Ginneken tot de gemeente is gaan behoren. Badinerend mag ik toch wel zeggen dat wij de raad dringend adviseren om het advies van de Rekeningscommissie over te nemen. Mag ik nu overgaan in mijn rol van woordvoerder van het CDA, en daarbij dan speciaal wat politieke opmerkingen maken? De functie van de jaarrekening moet primair een verantwoording zijn van het beleid, zoals dat was vastgesteld in het verleden ten opzichte van de uitvoering zoals zich die zich heeft geconcretiseerd. Politieke wensen zouden daarbij eigenlijk primair niet moeten worden besproken, omdat die primair zouden moeten worden besproken bij de begroting en de kadernota. Dat laat onverlet dat de CD A-fractie, van harte zelfs, instemt met het feit dat ruim een kwart wordt bestemd voor politieke prioriteiten, enerzijds omdat hierdoor knelpunten worden opgelost en anderzijds omdat de echte politieke discussie bij de behandeling van de Kadernota dit voorjaar niet goed kon plaatsvinden, omdat die samenviel met de begrotingsbehandeling. Wij stellen met vreugde vast dat het merendeel van het jaarrekeningresultaat direct of indirect ten goede komt aan de algemene reserve, omdat we daarbij, het gaat maar liefst om een bedrag van 15 miljoen, goede uitgangspunten treffen voor de begroting 1998, en een buffer voor zware tijden. De CD A-fractie kan dan ook volledig instemmen met het voorstel De heer GEUZE Zonder dat wij behoefte hebben aan het houden van beschouwingen over een politieke zin, heeft de vaststelling van de jaarrekening van de voormalige gemeenten de instemming van de VVD-fractie. Dit als aanloop tot het tweede deel van het voorstelDat betreft de bestedingsrichting van 22 miljoen gulden Ook daarmee gaan wij akkoord, met wel enkele aantekeningen daarbij. In de eerste plaats vindt mijn fractie, dat het achter de hand houden van bijna 10 miljoen voor, en ik citeer dan: "structurele verbe tering van de financiële positie" van onze gemeente van wijsheid getuigt. Al rijst de vraag hoeveel er nodig zal zijn voor de opvang van financiële verslechtering, gegeven de gegevens die wij daarover al hebben verkregen. Naast de vanavond al genomen besluiten noemen wij van de voorgestelde bestedingen speciaal de 1,5 miljoen als impuls voor het beginnen van het wegwerken van achterstallig onderhoud aan sportaccommodaties. De WD-fractie ziet dat als een eerste resultaat van haar inspanningen daarvoor. De heer CRUL Met de jaarrekening zijn wij akkoord. De heer Dubbelman heeft al aangegeven hoe het is gegaan in de rekeningscommissie. Wij hebben problemen met punt 2 van het besluit, vanaf het derde sterretje. Over de eerste twee punten, de nieuwbouw van PARA en de nieuwbouw van het museum/archief, is al uitvoerig in de commissies gesproken. Over alle andere punten is in de commissies nog geen overleg gevoerd en zijn dus ook eigenlijk nog geen adviezen gegeven. Wij vinden het niet juist, dat er eigenlijk een soort preprioriteit vanuit het college wordt gesteld, terwijl daarover geen overleg met de commissie en de raad is geweest. Dus wij vinden dat punt 2, na het tweede sterrretje, zou moeten vervallen. Verder zou ik voor wat betreft het jaarverslag nog even willen verwijzen naar dat wat ik daarover in de commissie heb gezegd. Het ambtelijk apparaat en het college geven schouderklopjes aan zichzelf, terwijl wij vinden dat een beetje bescheidenheid op dit terrein best op zijn plaats zou zijn, want als we de wijken bezoeken, ook vanuit de fractie, blijktdat we daar eigenlijk nog geen voldoende krijgen. De aandacht voor de wijken is een belangrijke zaak en die kritische noot heb ik in het jaarverslag niet teruggevonden. Wij vinden het juist dat we die nog even aan de orde stellen. Tot slot een opmerking van technische aard, die in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 411