26 JUNI 1997
413
een fundamentele discussie te voeren. Ten aanzien van de kostenbeheersing moet ook nog een inspanning
worden geleverd. De voorgestelde audit kan de knelpunten mogelijk in beeld brengen. Ook met de
jaarrekening van de voormalige gemeenten Teteringen, Prinsenbeek en Nieuw-Ginneken kunnen wij
instemmen. Met betrekking tot deze laatste gemeente dient er nog een verrekening met de gemeente
Alphen-Chaam plaats te vinden. Wij hopen daarover te zijner tijd te worden geïnformeerd. Een woord
van waardering voor het gehele gemeentepersoneel, ook uit de voormalige randgemeenten, is hier mijns
inziens op zijn plaats. Grote projecten als de HSL, het Grotestedenbeleid, maar ook heel speciaal de
herindeling, hebben een grote werkdruk met zich meegebracht. Als we dan een en ander moeten
beoordelen aan de hand van jaarrekeningen, kan ik namens mijn fractie zeggen: hartelijk dank voor
de grote inzet, ook van de bestuurders, en alle waardering voor het verrichte werk.
De VOORZITTER
Ja, we gaan naar De Klok straks, dus dank u wel.
De heer SNIER
Ook wij zijn overigens blij met de inhoudelijke voorstellen, zoals ze in het raadsvoorstel staan. Ook
zijn wij blij dat aan het gezamenlijk verzoek van de CDA en de PvdA-fractie om onder andere ook iets
aan sportvelden te doen, is tegemoetgekomen. Maar dat ging dan blijkbaar over andere sportvelden dan
de VVD-sportvelden. Ik wil nog een aantal opmerkingen maken naar aanleiding van de jaarrekeningen
zelf, en tot slot nog iets zeggen over het raadsvoorstel. Allereerst het kritisch omgaan met de
reserveposities. Wij zijn tevreden over de initiatieven die op dit terrein reeds zijn ontwikkeld, getuige
de jaarrekening en de toezeggingen die de wethouder Middelen daarover in de commissie heeft gedaan
voor de verdere verbetering daarvan in de toekomst. Wij zijn blij dat de doelstelling om zo veel mogelijk
bestedingsvolume binnen de grenzen van de politieke besluitvorming te houden, door het college wordt
gedeeld. Ik wil graag ook nog even mijn complimenten maken in de richting van de wethouder Middelen
en de ambtelijke staf met betrekking tot de jaarrekeningen. Wij hopen dat dit instrument volgend jaar
nog breder zal worden gebruikt door alle raadsleden bij de beoordeling en de behandeling van de jaarre
keningen, ook in de functionele commissies. De haalbaarheid van de meerjareninvesteringsplanning
heeft ons zorgen gebaard. Ik wil hier de discussie in de commissie Middelen over haalbaarheidsdata
en dergelijke niet herhalen. Wij zijn tevreden met de toezegging die de wethouder Middelen in de
commissievergadering heeft gedaan, dat we prikkels om investeringen te halen wanneer ze zijn gepland,
nader zullen bespreken, tegelijkertijd met de volgende meerjareninvesteringsplanning in het najaar. Een
laatste opmerking naar aanleiding van de jaarrekeningen zelf. In de commissie ECG ontstond enige
discussieover de toevoeging aanhet Volkshuisvestingsfondsversus de toevoeging aan het weerstandsver
mogen van het Grondbedrijf, en dat dan ook nog in relatie tot de tekst daarover in de nota Grondbeleid.
De PvdA gaat er daarbij overigens vanuit, dat de toevoeging aan het weerstandsvermogen van het
Grondbedrijf geen prioriteit heeft boven de toevoeging aan het Volkshuisvestingsfonds. De tekst in de
nota Grondbeleid spreekt over toevoeging aan het Volkshuisvestingsfonds vanuit de voordelige
grondexploitatie van het Grondbedrijf, en dat betekent dat er dus nu onduidelijkheid bestaat over het
feit of toevoeging aan het weerstandsvermogen een onlosmakelijk onderdeel vormt van de grondexploitatie
zelf, en in het verlengde natuurlijk daarvan, hoe hoog dit weerstandsvermogen moet zijn. Wij zouden
daarover graag ook eens een duidelijke uitspraak van de wethouder willen horen. Tot slot nog een op
merking naar aanleiding van het raadsvoorstel, en daarbij sluit ik ook aan bij de heer Schoenmakers,
waarbij wij overigens voor alle duidelijkheid met het raadsvoorstel zelf graag akkoord gaan. In het
voorstel staat een ophoging van de blokkeringen in de algemene reserve in verband met p.m.-risico's
van/5,5 miljoen, die slechts gedeeltelijk is onderbouwd. De wethouder sprak in de commissie Middelen
over een afrondingsfactor van zeker 2 miljoen. Daarnaast is 9,9 miljoen gereserveerd voor een
structurele verbetering van de financiële positie, en deze is met name bestemd voor een risico van
5 6 miljoen in verband met het mogelijke tegenvallen van de Gemeentefondsuitkering. Wij vinden
deze afrondingen bijzonder ruim. Daarnaast geeft deze manier van reserveren zeker niet het goede
voorbeeld aan de diensten. Met betrekking tot hun reserveringen zijn wij immers steeds kritischer