26 JUNI 1997
414
geworden en verwachten we een volledige onderbouwing met claims en blokkeringen. Afrondend wil
ik nog zeggen dat wij verwachten, dat de genoemde posten uit het voorstel expliciet aan de orde zullen
komen bij de behandeling van de Begroting 1998.
De heer BOER
Ik ben het helemaal eens met de heer Dubbelman, wat ik niet vaak ben, dat bij de Rekeningscommissie
geen politieke besluiten worden genomen. Op de onderdelen van de rekening wil ik niet ingaan. Waarvoor
wij hebben gepleit is dat alle diensten een gelijksoortige opstelling hebben van hun rekening, zodanig
dat het allemaal veel beter is te vergelijken. Dat moet ook makkelijk haalbaar zijn. Wat wij node missen
is de RIO (rekening in een oogopslag). Dat was voor geïnteresseerde leken en voor leken-collega's altijd
een wegwijzer. Die is nu achterwege gelaten. Wij zien daarvan de noodzaak absoluut niet in. Wij pleiten
ervoor om alsnog met de RIO te beginnen, voorafgegaan door de BIO. Wij gaan akkoord met dit voorstel,
zij het dat wij het amendement van GroenLinks steunen, als zij besluit 2 en 3 laten vallen, want dat is
een politieke besluitvorming die niets te maken heeft met het vaststellen van de jaarrekeningen.
Wethouder GIELEN
Allereerst mijn dank voor de waarderende woorden die de heer Schoenmakers en ook de heer Snier
uitspraken. Ik zal in ieder geval ervoor zorgen dat college Van Os die woorden kan aanvaarden als ik
hem morgen spreek. Hij geniet van een welverdiende vakantie, maar ik zal die woorden overbrengen.
Ik denk dat een waardering voor de ambtelijke staf inderdaad op zijn plaats is. In die zin ben ik blij dat
die opmerkingen ook worden gemaakt. Wat betreft de opmerking die de heer Dubbelman maakt namens
de Rekeningscommissie, denk ik dat die helder zijn verwoord in het advies van de Rekeningscommissie
en dat ik dat ik op zich daarop niet nadrukkelijk hoef in te gaan. Voor wat betreft de inhoudelijke
opmerkingen, die hij plaatst namens de CD A-fractie, heeft, als ik goed ben geïnformeerd, de wethouder
Financiën in de commissie Middelen al aangegeven, dat de besteding van het rekeningsoverschot pas
bij de begrotingsbehandeling aan de orde zou moeten komen. Wij hopen als college dat wij in het
raadsvoorstel voldoendehebben onderbouwd, waarom we nu kiezen vooreen aantal belangrijke politieke
prioriteiten, waarvan er inmiddels twee door uw raad vanavond zijn geaccordeerd: PARA en het Breda's
Museum. In de richting van de heer Crul is daarmee meteen, denk ik, het oordeel van het college over
het amendement van GroenLinks weergegeven. De ophoging van de algemene reserve blijft noodzakelijk,
gezien het aantal risico's dat speelt, en vandaar dat ook wordt voorgesteld om het restant rekenings
overschot door te schuiven naar de begrotingsbehandeling. Er zijn wat opmerkingen geplaatst, onder
andere door de heer Schoenmakers en de heer Snier, voor wat betreft de risicoparagraaf. Daarover is
door de wethouder in de commissievergadering duidelijk aangegeven, en dat zal ook helder zijn, dat
die is bedoeld om gesignaleerde risico's op te vangen. Het is niet ongebruikelijk dat daarbij p.m.-posten
worden opgenomen, omdat nog sprake is van een onderhandelingspositie, danwel omdat de hoogte van
het bedrag nog niet bekend is. Vanzelfsprekend zal bij de behandeling van de begroting 1998, die is
voorzien voor dit najaar, en bij de collegebehandeling die is voorzien op 9 september a.s., zoals
gebruikelijk opnieuw een confrontatie van de risico's en de algemene reservepositie worden gemaakt.
En blijkt daarbij een verlaging van de algemene reserve mogelijk, dan zal deze ruimte bij de behandeling
van de begroting en het investeringsplan worden betrokken. Uw raad heeft natuurlijk de vrijheid om
daarover te oordelen. In relatie tot de opmerking van de heer Snier, en dan betrek ik daarbij tegelijkertijd
de opmerking van de heer Crul, rondom de jaarrekening van het Grondbedrijf, wil ik voorstellen, omdat
er kennelijk inderdaad wat onduidelijkheid is over de interpretatie van de nota Grondbeleid, om in de
eerstvolgende vergadadering van de commissie ECG, omdat het hier uitdrukkelijk het grondbeleid betreft,
in te gaan op de interpretatie van de nota Grondbeleid. Het gaat snel, de conceptnota die dan aan de
ordezal komen, ligt inmiddels handgeschreven voormij. Ik denk dat het goed isdat we helder met elkaar,
wellicht straks definitief in de raad bij de begrotingsbehandeling, afkaarten wat er precies wordt bedoeld
in de nota Grondbeleid, dus ik zeg u toe dat we dat in de eerstvolgende commissievergadering ECG
aan de orde zullen stellen. De opmerking van de heer Snier is een wat andere interpretatie, als ik het
goed heb begrepen, van hetgeen de heer Geuze zegt, die oordeelde dat het achter de hand houden van