26 JUNI 1997 416 is. Ik herinner eraan dat het CDA via de persoon van de heer Coppens, onze sportspecialist, nog stemmen heeft geronseld bij alle fracties voor een motie, die juist heel veel van dat achterstallig onderhoud wilde wegwerken. Op dat moment was de VVD voor die motie niet thuis, en werd die motie aangenomen door alle fracties behalve de VVD, maar dat even terzijde. Dit was een vraag over een eventueel schuldgevoel bij de VVD. De vraag aan de heer Gielen is de volgende. Het viel me op in de vergadering van de commissie ECG dat er steeds een discussie wordt gevoerd over het weerstandsvermogen casu quo het eigen vermogen van het Grondbedrijf en dat in relatie met een donatie aan het Volkshuisvestings fonds. Ik zou het bijzonder waarderen, als in de functionele commissies Middelen en ECG toch klip en klaar wordt gesteld datje die dingen op zich, ook los van elkaar kunt zien, omdat een weerstandsver mogen primair op grond van bedrijfseconomische criteria wordt gevormd, terwijl een donatie aan het Volkshuisvestingsfonds past in een politieke prioriteitsstelling. Ik zou dat aspect graag nadrukkelijk in het midden willen brengen bij die discussie. De heer BOER Even ter interruptie, als dat mag. Want ik moet toch De VOORZITTER Een echte interruptie. De heer BOER terugkomen op hetgeen ik al eerder heb gezegd in de commissie bij de behandeling van PARA en het museum. Er is in de afgelopen periode 120 miljoen uitgegeven aan cultuur en daardoor schiet het onderhoud van sportcomplexen tekort. Dat tekort beloopt ongeveer 10 miljoen. Hiervoor nu 1,5 miljoen uittrekken is gewoon bijzonder weinig. Ik vind het heel erg grof om dan over schuldgevoelens te spreken. Wethouder GIELEN Ik kan kort zijn. In de richting van de heer Crul, het volgende. Men heeft mij verteld dat de wethouder Financiën tijdens de commissievergadering Middelen heeft geventileerd, dat het vanzelfsprekend zo is dat over de invullingsvoorstellen, zoals die aan u worden voorgelegd, en die volgens uw amende ment/motie beginnen na het tweede sterretje, afzonderlijke voorstellen van het college aan de gemeenteraad zullen worden voorgelegd, voordat tot de concrete invulling en de uitvoering kan worden overgegaan. Dit geldt vanzelfsprekend voor elk onderdeel, en twee van die voorstellen heeft u, zoals ik in de eerste termijn al aangaf, vanavond reeds geaccordeerd. De heer Boer kan ik mededelen dat er reeds enige tijd geleden is besloten om niet meer met een RIO te gaan werken. Daarvoor is nu juist een handzaam jaarverslag opgesteld. De complimenten die de gemeente ontvangt van de lezers van dit jaarver slag zijn voor ons aanleiding om daarmee in ieder geval vooralsnog door te gaan. Heel kort nog in de richting van de heer Dubbelman: ik zal niet inhoudelijk ingaan op de discussie rondom de interpretatie van de nota Grondbeleid. Ik heb toegezegd dat ik dat in de eerstvolgende commissie ECG zal doen, samen met die commissie. Wellicht dat we daarbij andere commissies kunnen betrekken. Ik kan me daarbij iets voorstellen. Ik wijs echter op de tekst, zoals die in de nota Grondbeleid is terechtgekomen, waarin een koppeling wordt gemaakt tussenhet rekeningsresultaatvan het Grondbedrijf enhet Volkshuis vestingsfonds. Daarover is vorig jaar, meen ik, een motie aangenomen, die ook is ondertekend door het CDA. Daaraan acht dit college zich in ieder geval gebonden. Er zijn enkele interpretatieverschillen en daarover wil ik helderheid krijgen. Dat wil ik graag samen met de commissie doen. De VOORZITTER Ik ga over tot de besluitvorming. Allereerst stel ik het amendement aan de orde. Blijft het gehandhaafd? De heer BOER Ik wil vragen of ze het willen terugnemen, want over dit amendement kunnen we niet oordelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 416