26 JUNI 1997 422 van commissarissen aangewezen medewerker, in dit geval de artistiek directeur, verantwoordelijk voor de onderhandel ingen en de voortgang ervanIn principe ziet de raad van commissarissen toe op het goede verloop ervan, beoordeelt het resultaat, de conceptovereenkomst, en legt deze in dit geval voor aan de aandeelhouder ter besluitvorming. Gelet op het belang voor de gemeente en de inkadering in de meer omvattende vastgoedruil, heeft het college een regierol op zich genomen. Op de vraag over de randvoorwaarden met betrekking tot de integratie van de horeca is het antwoordhet gaat om een integra tie van de horeca in het theater en in de Kloosterkazerne, en het gaat om de uitbesteding van alle horeca- activiteiten in het theater en de horecafunctie in de Kloosterkazerne, onder één eindverantwoordelijk management. Met het uiteindelijkeplan van aanpak gingen alle partijen akkoord, dus ook de theaterdirec tie en het Turfschip. De raad van commissarissen en de aandeelhouder bleken het inmiddels eens te zijn over de randvoorwaarden, over het beoogd eindresultaat, over de termijnen van afwikkeling, en over de schriftelijke vastlegging van het onderhandelingsproces door een notaris als onafhankelijk voorzitter. Een verdere gemeentelijke bemoeienis met details die allereerst de N. V. betreffen, leek overbodig. Het was nu een taak van de N.V. zelf. De voortgangscontrole geschiedde doordat beide onderhandelaars de raad van commissarissen en de aandeelhouder informeerden over de voortgang, eigener beweging danwel desgevraagd. Toen via de pers bleek dat de onderhandelingen stagneerden, is het college op 29 april geïnformeerd over de plotseling dreigende omslag bij de onderhandelingen. Immers, daarvoor werden alleen goede berichten gehoord. Zoals bekend is er ingegrepen door de aandeelhouder. De partijen, voorzover bereikbaar, zijngehoord. De commissie Middelen is vanaf 15 mei 1997 geïnformeerd over de te nemen stappenHet vervolg kent u allen. De raad van commissarissen heeft inmiddels passende maatregelen getroffen. Een gedelegeerd commissaris is aangezocht en deze is inmiddels benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders. De heer Ten Zijthoff is een andere artistieke functie aangeboden. De gedelegeerd commissaris is voortvarend aan de slag gegaan en heeft inmiddels gesprekken gevoerd met de theaterdirectie, de ondernemingsraad en het managementteam. Tevens zal hij zo spoedig mogelijk starten met de onderhandelingen met het Turfschip. De raad van commissarissen zal te zijner tijd met een voorstel komen tot benoeming van een statutair directeur. Het college heeft de stellige overtuiging dat het nog steeds vat heeft op het proces, een proces van verzelfstandiging dat ook een serieuze kans moet krijgen om te slagen. Ik wil het daarbij laten en ik denk dat dit een weergave is van de stand van zaken op dit moment. De VOORZITTER Het lijkt mij voor het vervolg dienstig dat er wordt gekeken of er raadsleden zijn die zowel op de vraag stelling als het antwoord willen reageren, om vervolgens de heer Schroder het woord te geven en daarna de wethouder weer, en daarmee het debat af te ronden. De heer DUBBELMAN Heel kort. Het CDA is niet blij met deze interpellatie. Het lijkt op een vragenhalfuur, dat primair in de commissie Middelen thuishoort. Ik wil er toch wel bij aantekenen dat ik hoop onjuiste oren te hebben, omdat ik meende te hebben gehoord dat GroenLinks zo ver gaat om het woord 'obstructie' te bezigen in de richting van de raad van commissarissen. Als ik dat juist heb gehoord, wat ik niet hoop, dan wil ik namens onze fractie de kwalificatie daaraan geven, dat ik die uitlating infaam vind. De fractie van GroenLinks wordt hierdoor volledig gediskwalificeerd als zijnde niet in staat tot enigerlei constructieve bijdrage over het Chassé Theater. Afsluitend, het college is probleemoplossend bezig, wij steunen het college, de raad van commissarissen, en niet te vergeten de gedelegeerd commissaris, in hun wijze van omgaan met de Chasséproblematiek. De heer BOER Ook kort. Wij hebben van het begin af aan getwijfeld of dit een goede oplossing is. Dat hebben wij ook elke keer in alle commissies en raadsvergaderingen daarover aangegeven. Wij snappen dit debat niet, dat hebben wij ook in eerste instantie aangegeven. De antwoorden die de wethouder gaf waren voor 90 bekend, echt diep erop ingaan zal hij niet doen. Ik denk ook dat dit het verkeerde moment daarvoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 422