25 SEPTEMBER 1997 441 De heer BOER Ik was daar heel positief over. Ik gaf alleen maar aan dat u een deskundige bent en dat u deskundige kritiek had op het voorstel dat er lag en dat ik me dat kon voorstellen. De heer DE WERD Ik ben zeer gecharmeerd van deze toelichting, mijnheer Boer. De heer SCHRODER Ik vind het een wat merkwaardige reactie van de wethouder waar hij zegt: als ik de clubs bij de prioriteitstellingbetrek, dan komt iedereen met zijn eigen wensenlijstje aan en dat is uitermate subjectief. Ik vind dat dit de mogelijkheid tot communiceren een beetje teniet doet. En ook de heer De Werd benadrukte dat dit zou moeten gebeuren. De heer COPPENS Bij interruptie. Ik wil hierbij toch wel een opmerking maken. We worden niet allemaal drie jaar achtereenvolgens amateurkampioen van Nederland. Ook is het niet zo dat ik nu met mijn eigen clubje kom, want dat is UW in Ulvenhout. De heer SCHRODER Ik zal de heer Coppens in de pauze uitleggen wat ik nu precies heb gezegd. Ik denk dat hij mij nu niet helemaal goed begrijpt. Het valt mij op dat, naast de clubs zelf, toch in ieder geval ook de overkoepelende organisaties van de clubs niet begrepen hebben hoe deze prioriteitstelling tot stand is gekomen, ook al is dat geobjectiveerd in een advies van Oranjewoud. Ik denk dat het belangrijk is dat juist met die over koepelende organisaties een goede communicatie moet plaatsvinden. Deze organisaties mogen er op voorhand toch niet van worden verdacht dat zij uitsluitend hun eigen belangen dienen, maar dat zij op alle zaken zicht hebben? Ik zal geen amendement indienen, omdat ik op zich het antwoord van de wethouder, dat het nu nog gaan overleggen over een wijziging van de prioriteitstelling vertraging gaat opleveren en dat daarmee de clubs ook niet gediend zijn, kan volgen. Wij gaan verder akkoord. De heer BOER Wat hier heeft plaatsgevonden, gebeurt niet alleen bij de sport, maar dat gebeurt overalWat de gemeente bij een overleg doet is de deskundigen, die een mening zouden kunnen hebben, buiten het overleg houden, juist omdat zij een mening hebben. Natuurlijk kunnen zij op individuele voorstellen ingaan, maar over het algemeen denk ik dat zo'n overleggroep wel degelijk een goede afweging kan maken en dat u ze daarbij moet betrekken, want het zijn mensen die in hun vrije tijd veel bezig zijn met de sport. Dit geldt voor welzijn, het geldt voor sport en het geldt voor cultuur, het is gewoon standaard. En daarover maakte ik mij druk. Wethouder VAN RAAK In de richting van de heer Coppens het volgende. Ik begrijp zijn pleidooi voor Baronie. Ik herhaal wat ik in de eerste termijn heb gezegd. Ik heb ook te maken met de bewoners die langs de Blauwe Kei wonen. Zij lopen al jaren te hoop tegen het feit dat de auto-overlast niet alleen op de sportdagen maar ook op de zaterdagmiddagen erg groot is. Dat betekent dat de situering van beide parkeerstroken zal moeten worden aangepast. U zegt: een eenzijdige ontsluiting bevalt mij niet. Maar wij hebben op dit moment vier alternatieven op tafel liggen, waaronder een eenzijdige ontsluiting langs de Zuidelijke Rondweg, en ook zou je vanuit de Valkenierslaan nog binnen kunnen komen, maar dat is dan wel een lange rit. Ik weet dat ik problemen krijg, maar zo is de situatie ook niet houdbaar. Ik wil hierover met Baronie verder praten. De belangen van de bewoners moeten ook worden meegeteld, en dat vereist dat er ook vanuit dat opzicht een aanpassing van het complex plaatsvindt. De andere sprekers praten over het onderdeel communicatie. Ik neem uw opmerkingen ter harte. Bij de tweede tranche, want we hebben dan wat meer tijd, probeer ik heel specifiek met de verenigingen nog een communicatietraject te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 441