25 SEPTEMBER 1997
446
Mevrouw VAN WEEZEL
Dit is de tweede evaluatie van de Wvg. De Partij van de Arbeid heeft daarmee inhoudelijk geen probleem.
In de uitvoeringspraktijk waren wel wat meer problemen: vertraging van de afhandeling van de aanvragen
en een lange procedure. Dat werd ook in de evaluatie erkend. De Sociale Dienst had intussen acties
ondernomen, zoals de uitbreiding van de formatie, de inschakeling van een extern bureau voor de
beoordelingen van de aanvragen voor woningaanpassingen. In de commissie heb ik reeds aangevoerd
dat onze fractie ook navraag heeft gedaan bij het gehandicaptenplatform. Men meldde ons dat de
aanvragen over te veel sporen zouden moeten, en dat men daar ook nog zelf de voortgang moet bewaken.
Als je wat langer gehandicapt bent, dan kun je dat blijkbaar beter, dan wanneer je van de ene op de andere
dag gehandicapt bent, want dan geeft dat een extra psychische belasting. Het advies van het gehandicapten
platform is om één contactpersoon aan te stellen, die de voortgang van die hele procedure bewaakt.
Uiteraard hebben ook wij in de krant gelezen dat er een extern adviseur is aangetrokken, die zal
onderzoeken of de procedure korter en goedkoper kan. Wij vragen u of deze extern adviseur misschien
de mogelijkheid kan onderzoeken of één contactpersoon de hele procedure kan bewaken. Verder gaan
wij met dit voorstel akkoord.
Mevrouw REIJNEN-KREMERS
Door mijn fractie is een en ander ten aanzien van de evaluatie van de Wvg uitvoerig in de commissie
SAW aan de orde gesteld. Wij hebben er geen behoefte aan om daarop terug te komen. Wij willen wel
nadrukkelijk uw aandacht vragen voor datgene wat ook mevrouw Van Hasselt en mevrouw Van Weezei
aan de orde hebben gesteld, namelijk het tijdstraject vanaf de aanvrage tot aan de toekenning van de
voorzieningen. Hetzou toch zo moeten zijndat, als hetomkleineof simpele voorzieningen gaat, daarover
op een korte termijn duidel ij kheid kan worden gekregen. D it laat nogal eens te wensen over, en de termijn
waarbinnen een en ander gebeurt is nog al eens lang. Als het gaat over meervoudige voorzieningen,
en ook daarover is in de commissie gesproken, moeten de aanvragers vaak hetzelfde verhaal meerdere
malen aan verschillende instanties doen. Vaak zijn gegevens van eerdere aanvragen al bekend of zijn
die bij andere instanties bekend. Wij verzoeken u dringend om, met name als het om dit soort situaties
gaat, de tijdspanne tussen de aanvrage en de toekenning van de voorzieningen sneller te doen zijn en
de aanvrage de versimpelen.
De heer ROPS
De evaluatie van de Wvg is goed en duidelijk. Daaruit blijkt ook dat de werkdruk, door de stijging van
het aantal aanvragen, groot is en zijn er achterstanden in de afhandeling ontstaan. Onze fractie vindt
dat dit niet kan. Als blijkt dat dit echt nodig is dan moet de dienst zelf flexibel mensen kunnen inzetten.
Er mag geen achterstand zijn. Men moet dan de procedures proberen aan te scherpen. Nu loopt alles
nog te veel over te veel schijven. Er moet meer samenwerking komen met de woningcorporaties wanneer
het over woningaanpassingen gaat. De wethouder heeft de commissie SAW beloofd dat de achterstand
eind oktober is weggewerkt. Wordt dit gehaald? Ook wij hebben in de krant kunnen lezen over het extern
bureau. Wij zijn benieuwd welk bureau dit is en wat de kosten zullen zijn.
De heer SCHRODER
Ik zal niet meer op de hele uitvoeringspraktijk ingaan, in de commissie is daarover uitgebreid gesproken.
Het is duidelijkhoe de commissie daarover denkt en dit is ook vanavond nog door een aantal raadsleden
verwoord. Ook wij hebben vragen met betrekking tot het extern bureau. Bestaat de noodzaak om op
deze manier een onderzoek te laten doen? Op basis van de dossiers die wij hebben kunnen inzien, is
voor ons duidelijk dat er soms met een normaal helder verstand simpele oplossingen voorhanden zijn,
zonder dat een derde deskundige daarnaar moet kijken. Wij vragen ons af of daardoor de procedures
toch weer niet worden verlengd. Bovendien zijn daarmee ook weer kosten gemoeid, die wellicht kunnen
worden voorkomen. Graag uw antwoord daarop.