25 SEPTEMBER 1997
448
De heer KWISTHOUT
De Wvg heeft sinds de invoering in 1994 een bewogen geschiedenis achter de rug, vooral voor de mensen
die hiermee te maken hebben gehad. Voor de SP is de uitvoering van de Wvg ruim onvoldoende, deze
wet is bureaucratisch, inefficiënt, ineffectief en leidt niet tot de gewenste resultaten, namelijk het
verstrekken van adequate voorzieningen aan mensen met een handicapEen praktijkgeval als voorbeeld
Een oudere mevrouw, wonend in een huurhuis, raakt slecht ter been en kan niet meer de trap op. De
betrokken ambtenaar concludeert dat er een traplift moet komen. De dochter van de genoemde oudere
mevrouw protesteert. Zij heeft misschien nog maar een paar jaar te leven, en daarna heeft de traplift
geen functie meer. Het is veel goedkoper om aan het huis een kamertje bij te bouwen. Zo krijgt het huis
daadwerkelijk een meerwaarde, en is het probleem voor de oudere mevrouw ook opgelost. Helaas, regel
is regel, traplift is traplift, of de maatschappij er nu baat bij heeft of niet. Zo gaat het er vaker aan toe.
Als mensen überhaupt al een toewijzing krijgen, duurt dit vaak vele maanden en is het uiteindelijke
resultaat onvoldoende. Wat ons betreft mag de Wvg in het museum van politieke curiositeiten. Dat voor
wat betreft onze evaluatie. Ik ga nu verder in op de evaluatie van het college. In de evaluatie zijn geen
cijfers te vinden over de behandelings- en uitvoeringstermijn en over de kwaliteit van de voorzieningen.
Er wordt geen norm vastgesteld voor de kwaliteit en de afhandeling van de Wvg. Daarom mijn vraag
aan het college: wat wordt er nu eigenlijk wel geëvalueerd? Vóór 1994 zorgde het Rijk voor de
voorzieningen. Na 1 april 1994 werd deze verantwoordelijkheid naar de gemeente overgeheveld. Het
budget veranderde niet, wel werd de doelgroep verhoogd met 65-plussers. Waar de gemeente dus geld
tekort had moeten komen, hield zij echter miljoenen over. Dat is op zich al schandalig. Het kan echter
nog veel erger. Het college wil het overschot afromen en naar de algemene middelen transporteren,
hetgeen waarschijnlijk gaat betekenen dat het gedrocht, hier een eindje verderop, hiervan gaat profiteren.
Dit is voor de SP sociale diefstalHet voorgaande zal duidelijk hebben gemaakt dat wij dit raadsvoorstel
niet zullen steunen.
Wethouder VAN RAAK
Een aantal sprekers is ingegaan op het onderdeel financiën. Wij hebben een berekening gemaakt, dat
is een meerjarenprognose, en die zal altijd wel moeten worden bijgesteld. Wij constateren voor dit jaar
en het afgelopen jaar een plotselinge groei. Wij hadden haar al iets bijgesteld op basis van de eerste
ervaringen. Dat gaat weer hard door. Het is moeilijk te zeggen in hoeverre de meerjarenprognose hard
is, want je moet die toch jaarlijks bijstellen, en we houden bij elke meerjarenplanning en bij elk
meerjarenvoorstel rekening met de reserve. Ik ga niet beweren dat deze meerjarenprognose keihard is,
zij is alleen een indicatie en als instrument is zij duidelijk hanteerbaar. Voor wat betreft de overschotten
en de tekorten ligt de knik ergens rond het jaar 2000, 2001. U heeft dat kunnen zien. Ik denk dat het
dan aan de raad is om daarover besluiten te nemen. U kunt dan zeggen: we gaan vanuit de algemene
middelen geld daaraan toevoegen. Of we moeten het beleid dermate bijstellen, dat we met het dan
beschikbare budget verder kunnen werken. Op dit moment ga ik hier niet op vooruitlopen. Ik neem uw
vooruitlopen, wat u in principe doet, voor kennisgeving aan. Naar mijn mening is die discussie op dat
moment aan de raad, want die moet dan dat besluit nemen. Dat doen wij nu dus niet. Voorts wil ik nu
nog even stipuleren, ofschoon het een toezegging aan de commissie is om dat zo snel mogelijk te doen,
wat wij intussen hebben gedaan. Toen wij constateerden dat er vooral in het uitvoerende gedeelte, zoals
dat ook in paragraaf drie van de evaluatie staat, maatregelen moesten worden genomen, hebben wij het
volgende gedaan. Wij hebben inmiddels de formatie van de Wvg op sterkte gebracht, overigens door
het inzetten van uitzendkrachten, zodat in ieder geval niet de handicap van opzegtermijnen en dergelijke
ontstaat. Wij hebben met de woningbouwcorporatie gesproken, u heeft dat in De Stem kunnen lezen.
Er is de bereidheid om het hele werkproces te herzien en zo mogelijk efficiënter te maken. We hebben
met Chambers Consultancy gesproken. Er is de bereidheid om de standaardvoorzieningenlijst uit te
breiden en een indicatieprijs af te geven, gebaseerd op de ervaringen van de afgelopen jaren en op de
prijzen in andere gemeenten. We hebben Havermans Management als extern adviseur aangetrokken,
deels omdat we daardoor de mensen zelf binnen de werkeenheid Wvg aan het werk konden houden met
hun normale werk, namelijk het afhandelen van aanvragen. Deze club heeft als opdracht gekregen een