25 SEPTEMBER 1997
457
aanzien van bepaalde zaken best succesvol kan zijn. Maar met name de langdurig werklozen, de blijvers
in de bijstand en een deel van de allochtone werklozen blijken op dit moment onvoldoende met een aantal
projecten te kunnen worden bereikt. Overigens denk ik wel dat, dankzij dit paars kabinet, er in ieder
geval geweldig veel werk wordt gemaakt van de inzet van additionele arbeid. Ik besef dat dit soort
werkgelegenheidsprojecten projecten zijn die je voor langere tijd met de benodigde financiële middelen
moet doorzetten, om juist alles op alles te zetten om die langdurige werkloosheidsproblematiek te
bestrijden. Ik heb niet gezien dat de vorige kabinetten überhaupt een aanpak daarvoor hadden opgesteld
Daarom moeten we in dat opzicht misschien maar hopen op een tweede paars kabinet.
De heer KWISTHOUT
Bij interruptie. Ik stel voor dat we de verkiezingscampagne voor de Kamerverkiezing van 1998 niet
in deze gemeenteraad houden, dat we vervolgens verder gaan met zaken die de gemeenteraad aangaan,
en dat we niet over de landelijke politiek praten.
Mevrouw HEERKENS
Dit vind ik een beetje flauw. Ik wilde gewoon even aardig reageren op de heer Lips, en dat moet toch
kunnen, dacht ik. Ik geloof niet dat ik er zoveel tijd aan heb besteed. Ik vind het flauw dat de SP dat
niet kan waarderen.
De VOORZITTER
U moet oppassen dat de SP niet pimpelpaars wordt.
De heer KWISTHOUT
Wij zijn alleen maar rood, voorzitter.
Mevrouw HEERKENS
Ik denk dat we ook op lokaal niveau zeker met een creatieve aanpak bezig moeten zijn. Ik vind het prima
dat ik in het rapportover het Grote-stedenbeleid kan lezen dat we ook werk gaan maken van bijvoorbeeld
het werken middels additionele bestekbepalingen, aanvullend op al datgene wat we reeds op dat
werkgelegenheidsbeleid inzetten. Ook de gevoelens van onveiligheid zijn in Breda heel groot, en die
duiden ook op de bestaande probleemsituaties. Wij gaan die bestrijden door uitbreiding van de
stadswachten en andere zaken. Dat zijn twee duidelijke voorbeelden die aangeven, dat ook in Breda
deze problematiek speelt en dat er terecht gebruik wordt gemaakt van de kansen die het Grote-stedenbeleid
biedt. Daarnaast denk ik dat het goed is dat de wethouder heeft toegezegd dat we op de agenda van de
commissie ECG regelmatig een terugkoppeling zien van de voortgang van alle projecten.
De heer VAN DER WESTERLAKEN
Het Grote-stedenbeleid, waaraan ook Breda deelneemt, is een ambitieus gebeuren. De stad als geheel
moet een impuls krijgen en moet beter worden van dit beleid. Er is een aantal projecten opgestart. Al
deze projecten moeten nog hun vervolg krijgen. Sommige projecten zijn nog pas onlangs opgestart.
Een vroeg moment voor zelfanalyse en visitatie. Er kunnen dan ook moeilijk nu al conclusies worden
getrokken, maar we krijgen wel al hier en daar inzicht in de uitvoering van de projecten en er kan zelfs
al een bijsturing plaatsvinden. In de commissie heb ik in dit verband al vragen gesteld over de stand
van zaken wat de adoptie van projecten betreft. Breda zou ook wat meer energie moeten en kunnen steken
in de contacten tussen Rijk en Provincie. De leefbaarheid zou als een rode draad door alle projecten
moeten lopen. Aan de veiligheid, en daarover is vanavond reeds gesproken, moet in het buitengebeuren
ook meer aandacht worden besteed. De gebeurtenissen, die onlangs in andere steden hebben plaatsgevon
den, geven nog een extra lading aan het gevoel van onveiligheid, ook in Breda. Noodzakelijk zijn, wat
dit betreft, voorlichting, een veilige inrichting van de buitenruimten en meer blauw op straat, maar ook,
en zeker niet op de laatste plaats, meer perspectief bieden voor de jeugd. Tot slot. Breda lijkt om dit
moment een goede uitgangspositie te hebben, maar, zoals reeds is opgemerkt, een aantal projecten is