25 SEPTEMBER 1997 467 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Nu kan ik weer zo'n ellenlang betoog houden, voorzitter. De VOORZITTER Dat hoeft niet. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dat hoeft niet? Ik vind dat het om het principe gaat. Ik sta nogal op mijn principes, daar ben ik ook bekend om. Ik zal hier pleiten, bidden en smeken om hierop een artikel 19-procedure los te laten. Dat hebben we ook in de commissie gezegd, omdat dit nu juist iets is waarvoor je een artikel 19-procedure hebt. Voor zo'n flutzaakje, van twee huisjes, ga je toch geen bestemmingsplan doen? We hebben het ook meegemaakt in het Montenspark, daarvoor is, in plaats van een artikel 19-procedure, ook een bestemmingsplan gemaakt. Het is werkelijk godgeklaagd dat er in een stad als Breda, waar zoveel bestem mingsplannen ontzettend nodig geactualiseerd moeten worden om allerlei ellende te voorkomen, ambtelijk tijd wordt gestoken in dit soort zeurverhalen. Het is te gek voor woorden dat dit überhaupt wordt gedaan. U had dit meteen in de vuilnisbak moeten gooien. In plaats daarvan had er een voorstel voor een bouwplan moeten worden ingediend, en laten we dan meteen gaan bouwen, dan ben je serieus bezig. De gemeente roept dat er geen bezwaren zijn. Als die er niet zijn, laat ze dan gewoon een bouwplan indienen en een artikel 19-procedure doorlopen. Dat was tien keer sneller geweest, dan was iedereen tevreden geweest, dan was die ambtenaar niet zo lang bezig geweest, en dan had de gemeente er meer geld aan verdiend. Want aan artikel 19-procedures verdienen we geld, en bestemmingsplannen kosten geld. Het is werkelijk te gek voor woorden. Wethouder VAN BEUSEKOM-NIX Eigenlijk is hierbij een reactie niet op haar plaats. Ik doe dat ook niet. Het is in feite een vliegend-tapijt- verhaal. Je begint in Teteringen, je eindigt in het Montenspark en je hebt het over geld verdienen. Het is een uitgebreide zwanenzang. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de Parel van het Zuiden geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. 183. PROCEDUREVERORDENING BESTUURSSCHADEVERGOEDING 1997. De heer SCHRODER Wij gaan akkoord met het voorstel, met de aantekening dat we in de toekomst nog wel willen terugkomen op de materiële behandel ing van bestuursschadevergoedingenIk zeg dit naar aanleiding van het voorstel onder agendapunt 185, en ik zal het dan kort toelichten. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER In de commissie hebben wij vragen gesteld over de hoogte van het bedrag dat de mensen moeten betalen om daaraan te kunnen meedoen. Ik heb gezegd dat dit drempelverhogend werkt. Dat is bij de Raad van State ook gebleken. Als je voor allerlei andere procedures geld gaat vragen, dan haken heel veel mensen af, omdat zij denken: stel je voor dat ik geen gelijk krijg, dan ben ik wel een hoop geld kwijt. De een heeft wat meer op zak dan de ander. Ik denk dat u het als volgt had moeten doen: de gemeente maakt een plan en iemand kan denken daardoor planschade te hebben. Het is een beetje vreemd dat je eerst kosten moet maken om je te kunnen verdedigen tegenover de plannen van de gemeente. We zullen het voorstel steunen, want er moet gewoon een procedure zijn. Wij vinden het alleen jammer dat het bedrag zo hoog is. U had het bedrag kunnen relateren aan het bedrag dat bijvoorbeeld zou worden vergoed. Dat had u met elkaar in relatie kunnen brengen. Als een bewoner er bijvoorbeeld veel aan verdient, dan betaalt hij wat meer. Maar dit alles heeft geen steun gehad. U kunt mijn betoog zien als een stemverklaring, voorzitter.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 467