25 SEPTEMBER 1997 471 TWEEDE TERMIJN De heer SCHRODER Ik ben blij dat de wethouder in mijn richting wel reageert op een hele uitgebreide stemverklaring. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik ben eigenlijk een beetje verwonderd, want bij agendapunt 183 gaat mijnheer Schroder nog gewoon akkoord met dat voorstel. Het is voor hem geen punt dat de aanvraagkosten 250,-- bedragen, hij vindt dat prima, want anders zouden er teveel mensen planschade gaan vragen. De hele regeling behelst onder andere datje door een extern bureau laat bekijken wat de waarde van een pand is. Dan krijgt de eigenaar van dat pand daarover een rapportage, en wordt er een bedrag voor bedongen. Mijnheer Schroder zegt vervolgens ten aanzien van het amendement: daar moeten we niet op ingaan, want anders gaat straks iedereen planschade vragen. U had ten aanzien van het vorige voorstel in een amendement moeten laten opnemen om vanaf heden geen planschade meer toe te kennen. Dan maakt u duidelijk dat u dat eigenlijk niet wilt. Naar mijn mening ziet u het als volgt: iemand heeft ergens een huis staan, en daar gaat wat gebeuren, want de gemeente heeft dat in werking gesteld, die heeft, om wat voor reden dan ook, daar voor iets gekozen. Die bewoner vindt dat niet leuk. Dat is dan jammer voor hem, en hij krijgt daar dus principieel geen geld meer voor. Dit is dus eigenlijk een principekeuze. Ik begrijp niet goed waarom u zojuist akkoord bent gegaan met een procedure voor planschadevergoeding, en achteraf roept, ook als die mensen in alle opzichten gelijk krijgen, zelfs van een extern bureau: dat vind ik wel een beetje teveel van het goede, dat zou niet moeten mogen, straks gaan al de mensen in het kader van de VINEX klagen. Ik zou ook klagen. Als ik ergens een huis koop met een vrij uitzicht, dan zou ik ook denken: dat heb ik gekocht met de wetenschap dat daarvoor een bestemmingsplan buitengebied bestaat, met weilanden, akkerlanden en maïsvelden. Ik zou balen als een stekker als er vervolgens een flatgebouw voor mijn neus werd neergezet. Wantje hebt wel een huis met een bepaalde waarde gekocht, waarvoor je hebt betaald. En het is heel logisch dat, als mensen iets kopen, zij geen kat in de zak willen hebben. Dat wilt u toch ook niet als u iets koopt? Dan wilt u toch ook waar voor uw geld? Als de gemeente, om wat voor reden dan ook, die waarde vermindert, dan zult u daarvoor moeten betalen, mijnheer Schroder. Of u moet nu met terugwerkende kracht het voorstel onder punt 183 verwerpen, öf u moet nu eens concreet en duidelijk zijn over wat u wilt. U denkt gewoon: mensen met veel geld mogen niet méér geld krijgen. De heer SCHRODER Het verschil, mevrouw Croft, tussen uw en mijn fractie is dat uw fractie reageert als een kip zonder kop, en wij proberen over dingen na te denken. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dat is me vanavond nog niet opgevallen, mijnheer Schroder, want u kraamde werkelijk onzin uit, in twee punten. De heer SCHRODER De planschadevergoeding is geregeld in de Wet op de ruimtelijke ordening, en daar kunnen wij niet onderuit. Dat w ij hier vervolgens in een reglement vaststellen volgens welke procedure wij dat doorlopen, daarin kan onze fractie zich vinden. Maar het gaat ons soms te ver dat alle materiële criteria moeten worden toegepast, om tot een beoordeling van een eventuele schade bij bepaalde ontwikkelingen te komen. Eén van de criteria die ik graag besproken zou willen zien is of iemand te allen tijde recht heeft op het behoud van dat mooie vrije uitzicht. Ik vind dat twijfelachtig, zeker ook gelet op de toekomst van onze bouwlocaties.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 471